Indiase boerin bij sorgumveld
 
TERREINWINST
  hoe kleine boeren uit het Zuiden
hun landbouw terugveroveren
 
Inhoudsopgave - Bestellen - Downloaden - Maandblad - Boeken  
 
Archief - Landbouwsite - Duurzaamsite - dDH - Links - Verder >>  
 
________    
____

door Joop Landman

9
 
EEN RIJKE EN GEVARIEERDE OOGST,
ZONDER EEN DRUPPEL WATER  
 
Boerinnengroepen uit Andhra Pradesh herintroduceren
hun traditionele, lokale gewassen
 
'waarom zal je al die moeite doen?' -  feestelijke karavaan van ossenkarren -  insecten bestrijden zonder gif -  een levend hek -  noten
 
Foto's: biodiversiteits-festival -  landbouwvoorlichtings-centrum -  zonder een druppel water -  karavaan -  'onkruid'medicijn -  nieuwe akkers -  restaurant
 
 
"Kijk eens hoe prachtig alles erbij staat!", roept Salome Yesudas me enthousiast toe. Ze is deze dagen mijn begeleider, tolk en privé-landbouwkundige. Ze heeft me meegenomen naar boerin Chandramma in het dorpje Bedakanne in de Zuid-Indiase deelstaat Andhra Pradesh. Met zijn drieën bezoeken we de velden van de vrouwengroep uit het dorp; deze groep is opgezet door de ontwikkelingsorganisatie DDS. 1 "Ja" antwoord ik op Yesuda's hartekreet, eerder uit beleefdheid dan uit instemming. Eigenlijk vind ik het er hier doodgewoon uitzien. Alsof ik op een mooie juni-dag langs een maïsveld loop. Totdat ik me met een schok realiseer dat ik niet in het regenrijke Nederland ben en dat het geen juni is - al loopt het tegen de dertig graden - maar half januari. Wat betekent dat dit het tweede gewas is sinds de moesson en dat het opgekomen is zonder een druppel regen, omdat hier buiten de moessonperiode gewoonlijk geen buien vallen. Deze akkers worden bovendien niet bevloeid. Het enige vocht dat de planten krijgen is wat dauw in de ochtend. Het borsthoge gewas, wat ik aanzag voor maïs, blijkt sorghum te zijn.
Op een volgende akker staan meer dan twintig verschillende gewassen door elkaar heen, waaronder vijf soorten gierst, allerlei peulvruchten en enkele oliezaden. Chandramma laat me ze allemaal zien. Verder komen er op het veld nog zo'n vijftien 'onkruiden' op, waarvan ze de bladeren plukt als groente. Sommige kruiden zijn niet eetbaar voor mensen en dienen als groenvoer voor de beesten. Enkele hebben een medicinale werking.
Ik ben helemaal verbluft. Ik kan me bijna niet voorstellen dat al deze gewassen zo fraai op kunnen groeien in dit kurkdroge seizoen, zonder irrigatie. 'Unbelievable', 'amazing' en 'incredible' zijn de woorden die in de loop van de dag geregeld van mijn lippen komen. Niet voor niets blijken deze gewassen hier 'Satyam Patalu', 'gewassen van de waarheid' te heten.
 
Nadat we de velden bekeken hebben, gaan we in de schaduw van een boom zitten. Chandramma begint te vertellen: "In onze jeugd waren onze akkers er erg slecht aan toe." Ze spreekt altijd in het meervoud en doelt dan op de arme dalit- boerinnen uit het dorp waar ze van jongs af aan bijhoort. "We hadden geen vee en zodoende geen mest. We hadden ook geen geld om te laten ploegen. We moesten daarom wel als dagloners werken bij grote boeren. We waren wanhopig, want ons loon was zo laag en we wisten dat dit altijd zo zou blijven. Toen kwamen we met dertig vrouwen bij elkaar en vroegen de DDS een lening om goede grond te pachten. Later zijn we onze eigen, braakliggende akkers met DDS-leningen gaan opknappen."
Bij elkaar verbouwen de vrouwen zo'n veertig tot vijftig verschillende traditionele gewassen. "Sommige kunnen goed tegen insektenplagen en andere zijn bestand tegen droogte. We hebben soorten die het goed doen als de moesson erg lang op zich laat wachten en andere waarbij de aren niet verrotten als er nog een verlate stortbui valt. Sommige planten groeien breeduit over de grond en houden zodoende de vochtigheid van de grond vast, andere groeien recht omhoog en vangen veel zon op. Sommige gewassen onttrekken veel voedingsstoffen uit de aarde, andere voegen die juist toe. En dan hebben we ook nog variëteiten die veel graan opleveren als alles meezit." 2+
Het is Chandramma's droom dat alle vrouwen van de groep ooit "drie acre (1,2 hectare) mooie grond in bezit zullen hebben; dat ze die niet meer hoeven te pachten." Nu ze toch over haar dromen spreekt voegt ze er na een korte stilte aan toe: "En voor ieder een paar ossen (als trekdieren) en een buffel (voor de melk)." ( foto's )
 
Dan gaan we naar boerin Anjamma in het dorp Gangwar. Ze is een van de grote sterren in de DDS-wereld. In de dorpszaadbank die zij beheert heeft ze meer dan vijftig soorten traditionele zaden. 3+ Ze is helemaal met niets begonnen. "Toen ik trouwde had ik maar één sari (kleurige omslagdoek). Een sikkel en een geit, dat was alles wat ik inbracht. Mijn man was dagloner en we hadden geen grond." Ondertussen hebben ze twaalf acres (4,8 hectare) en behoren daarmee tot de middelgrote boeren.
Het is een kwestie geweest van heel hard werken, van taai volhouden. Maar Anjamma heeft haar succes ook te danken aan haar uitzonderlijk grote boerenkennis, gebaseerd op een diepe interesse voor alles wat met grond, zaad en boerderijdieren te maken heeft. Bij haar huwelijk trok ze in bij de familie van haar man. Dat bleek een stimulerende omgeving te zijn. "Mijn schoonvader was echt een expert. We woonden met een heleboel familieleden samen, die allemaal met hun ervaringen thuis kwamen. Als dagloner, wat ik in die tijd was, keek ik zowel bij het wieden als bij het oogsten goed rond naar wat de beste planten waren. Dan vroeg ik daar wat zaad van. Ook de DDS-vrouwengroep die zestien jaar geleden begon, bracht me op veel nieuwe ideeën." Ondertussen blijft Anjamma experimenteren. Dat zit haar nou eenmaal in het bloed.
 
Volgens Anjamma gaan langzaam maar zeker alle boeren over op gemengde teelt van traditionele gewassen. Glunderend vertelt ze hoe vorig jaar een grote boer uit het dorp met zestig acres grond en de modernste zaden bij haar verschillende soorten traditioneel zaad was komen halen, omdat zijn oogst mislukt was. Dit jaar had hij een prima oogst gehad en pas geleden was hij de dubbele hoeveelheid komen terugbrengen van wat hij vorig jaar van haar gekregen had. Ze kent ook boeren uit de buurt die met suikerriet gestopt zijn. Ook die komen bij haar om zaad. ( foto's )
 
 
'Waarom zal je al die moeite doen?'
 
Hoe is het mogelijk dat boeren massaal overgestapt zijn op andere landbouwmethoden en ander zaden, die zoveel problemen met zich meebrengen?
 
Yesudas: "Zo'n twintig jaar geleden kwamen hier de moderne gewassen in zwang. De overheid zei tegen de boeren 'waarom zal je al die moeite doen met die verschillende gewassen door elkaar heen. Neem deze moderne zaden en je hebt meer opbrengst en minder werk'. De overheidsvoorlichters stimuleerden de boeren van het grote aantal gewassen voor eigen gebruik over te stappen op enkele commerciële gewassen zoals suikerriet. 'Met het geld dat je verdient kan je op de markt alles kopen wat je nodig hebt.' Dat sprak sommige boeren aan, ze kochten de zaden en bijbehorende kunstmest en pesticiden. Daarvoor moesten ze een lening sluiten. Voor de verbouw van de traditionele gewassen kon dat nooit, maar voor de nieuwe gewassen ging dat gemakkelijk. De gewassen deden het goed en brachten veel geld in het laatje. Steeds meer boeren gingen hiertoe over. Totdat er een slecht jaar was en de oogst mislukte. Toen zaten de boeren in het schip. Ze hadden weinig opbrengst, maar moesten wel hun lening aflossen. Er stonden ook geen andere gewassen op het veld die de klap konden opvangen."
Door de geldproblemen was het moeilijk opnieuw zaad te kopen. Vroeger hielden de boerinnen een gedeelte van de oogst apart als zaad voor het nieuwe seizoen. Maar dat kon niet meer omdat de moderne zaden hybriden zijn. Die hebben in de volgende generatie een veel lagere opbrengst. Verder leverden de nieuwe gewassen veel minder groenvoer op, zodat het moeilijker werd buffels en ossen te houden. Het duurde daarom veel langer voordat alle velden geploegd waren. Noodgedwongen zaaiden de boeren hun akkers te laat in. Omdat ze nu chemische bestrijdingsmiddelen gebruikten, was er nu ook minder 'onkruid'. Dat betekende: minder groente op tafel, minder groenvoer voor de dieren en minder dagloon-arbeid bij de grote boeren.
"Kortom: het hele systeem raakte in het ongerede. De boeren waren wanhopig. Dolgraag zouden ze naar het oude systeem terug willen." Maar dat kon niet, omdat ze hun oorspronkelijke zaden kwijt waren. Gelukkig had ieder dorp nog wel zo'n tien, twintig boeren die de oude zaden waren blijven gebruiken. De DDS vormde dalit-boerinnen-groepen en stimuleerde de herintroductie van deze traditionele gewassen met de bijbehorende traditionele landbouwmethoden.
 
Er zijn nog wel meer redenen die de overstap verklaren. De televisie, de radio en de kranten lieten iedere keer opnieuw rijst en tarwe zien als het gewone voedsel, waardoor het eten van sorghum en gierst ouderwets begon te lijken. Iets voor de armen. Op de markt werd het moeilijker deze granen te verkopen. De DDS is ondertussen een tegenoffensief begonnen. Met een fraai uitgegeven kookboek-agenda en met een prachtig vormgegeven restaurant met de heerlijkste traditionele gerechten probeert zij de regionale keuken bij de middenklasse in ere te herstellen. Als dat lukt, zal dat vervolgens zijn weerslag vinden in de media, later in de eetgewoonten van de kijkers en lezers en weer later in de marktprijzen. ( foto's )
 
 
Een feestelijke karavaan van ossenkarren
 
Om zoveel mogelijk waardering voor de traditionele gewassen op te wekken organiseert de DDS jaarlijks half januari een 'mobiel biodiversiteits-festival'. Het sluit aan bij het Pongal-feest, wat over heel India gevierd wordt. Het is een oogstfeest. Half januari is namelijk de winterrijst binnen. Het festival begon dit jaar met een plechtige en feestelijke opening in het dorp Bidakanne met een reeks toespraken van hoogwaardigheidsbekleders, het aansteken van olielampjes door boerinnen die ze voor kleurig beschilderde potten met zaad zetten en met het uitreiken van biodiversiteitsprijzen aan boerinnen en boeren die zich op dit gebied erg verdienstelijk hebben gemaakt. Natuurlijk is er veel muziek en dans. Het stralende middelpunt vormen twaalf ossenkarren die de verschillende zaden ingelijst achter glas met zich meedragen. De karren zijn kleurig beschilderd en versierd met bloemen, grassen en aren. Ook de ossen zijn versierd; hun horens zijn groen, rood of blauw geschilderd en op hun koppen dragen ze kleurige kleedjes met flosjes. ( foto's )
Als ik een paar dagen na de opening van het festival in Yedakulapally rond het middaguur aankom, tref ik de ossenkarren opnieuw. De karavaan bezoekt zestig dorpen. De ontvangstplechtigheid is net achter de rug. De muzikanten dansen en springen in het rond. De zanger nodigt een oude vrouw van het dorp uit in het midden te komen staan, doet haar een prachtig paarse sari over haar hoofd en schouders en zingt haar een lied toe over grootmoeders die 'echt rijk' zijn. "Ik ben dol op deze vrouw".
Even later trekt de hele stoet door het dorp. Vrouwen zingen traditionele liederen over de verschillende gewassen en ook wat luchtigere, humoristische liederen. Een groep mannen en vrouwen met korte stokken in hun handen voert een ingewikkelde volksdans uit, waarbij ze ritmisch op de stokken van hun telkens wisselende partners slaan. Vijf keer trekt de feest-karavaan rond de dorpstempel. De trompettist blijft keer op keer zijn wangen angstwekkend bol blazen en de dansers blijven onvermoeibaar stofwolken opwerpen.
 
Op een open plek in het dorp is voor de gelegenheid een tent gebouwd van dunne boomstammen en rieten matten, aan elkaar gesjord met touw. Na het feestelijke rondtrekken vindt hier een dorpsvergadering plaats. Eerst zingen de vrouwen een langdurig lied waarin alle gewassen en variëteiten stuk voor stuk aan bod komen.
Satheesh, de directeur van de DDS, houdt een toespraakje waarin hij erop wijst dat de organisatie drie jaar geleden dorpsmarkten in het leven geroepen heeft, waarbij boeren uit de omgeving aan en van elkaar kunnen kopen. "Nu moeten jullie ons de garantie geven dat jullie ook echt de traditionele gewassen gaan leveren." Vervolgens wijst hij erop dat de overheid in het officiële noodvoedselprogramma alleen maar rijst uitdeelt. "Dat komt omdat de rijstboeren een organisatie hebben waarmee ze de regering kunnen beïnvloeden. Gierstboeren zouden ook zo'n organisatie moeten hebben. Zodat het tot de overheid doordringt hoe belangrijk gierst is voor de gezondheid, de voeding en voor de duurzaamheid van de landbouw. Dan zullen we ook goede prijzen krijgen."
Daarna voeren allerlei boeren en boerinnen het woord. Verschillende beloven plechtig dat ze gierst gaan telen. Een oudere boer zegt zelfs dat hij gierst zal verbouwen of hij die kan verkopen of niet. Een oudere vrouw benadrukt dat ze door hun eigen zaden weer 'vrij' geworden zijn, de landbouw weer in eigen hand gekregen hebben. Op het eind vraagt een boer iedereen zijn hand op te steken die komend jaar gierst gaat verbouwen. Alle vrouwenhanden gaan de lucht in en van de mannen het merendeel. ( foto's )
 
Insecten bestrijden zonder gif, op de traditionele manier
 
In het gebied waar de DDS actief is gebruiken boeren van oudsher allerlei methodes om insektenplagen tegen te gaan. Bijvoorbeeld:
1. Diepploegen in de zomer. Larven die in de grond zitten komen aan de oppervlakte. Vogels pikken ze op of de felle zomerzon verschroeit ze.
2. Stoppels verbranden. Het liefst aan het eind van de middag en begin van de avond. Dan vliegen heel wat nachtinsekten de vuurtjes in. Je kan ook houtvuurtjes aanleggen of lampen neerzetten.
3. Tussenplanten. Bepaalde gewassen (bijvoorbeeld sorghum) tussen het hoofdgewas (bijvoorbeeld erwten) zetten. De sorghum trekt vogels aan die meteen op het veld rondkijken naar insekten(larven).
4. Voederbakjes plaatsen. Per acre (0,4 hectare) heb je twintig bakjes op staken nodig met water en gekookte rijst. Daar komen vogels op af. Je kan ook gekookte rijst met een felle plantaardige kleurstof over het veld uitstrooien.
5. Vangplanten plaatsen. Insekten verkiezen bepaalde bloemen zoals afrikaantjes (marigold) of planten zoals castor, zonnebloem of maïs boven de eigenlijke gewassen. Je kan ze tussen het gewas neerzetten. Je moet ze goed nakijken op insekten en deze dan vernietigen.
6. Bespuiten met een extract van mest en urine. Dat moet een keer of drie gebeuren voordat de insekten eitjes gaan leggen. Ze vermijden dan de stinkende planten. Het spuitmiddel is meteen goede voeding voor het gewas.
7. Bespuiten met een extract van tabak of van chili en knoflook.
8. Bespuiten met neem. Maak voor een acre een extract van vijf kilo neemzaden. Neembomen zijn algemeen in India.
9. Bespuiten met suikeroplossing. Los vier kilo ruwe rietsuiker op in tachtig liter water. Dat is genoeg voor een acre. Mieren komen op het zoete laagje af en vreten meteen de schadelijke insekten op.
10. Insekten plukken. Gewoon met de hand insekten van de gewassen halen, of een doek onder de planten leggen en dan flink schudden, zodat ze van de planten af vallen.
11. Lijmstroken ophangen. De insekten zien de felgekleurde stroken aan voor bloemen.
 
Al deze bestrijdingsmiddelen en -methoden zijn erg goedkoop. Als je op tijd neemzaad oogst, hoef je in het seizoen geen neemzaadolie op de markt te kopen. Tabak wordt in de streek niet verbouwd. Daar moet je dus geld voor neertellen.
Neemcake, de opgedroogde prut die overblijft als je neemextract maakt, na de oogst op de akker verspreiden en onderploegen. Dat helpt tegen planteziekten.
 
Naast deze traditionele technieken verspreidt de DDS ook fermonen-vallen. Het zijn lange plastic zakjes met onderin een oplossing van geurstoffen van vrouwelijke insekten. De mannetjes komen hier op af en verdrinken. De fermonenvallen geven aan hoeveel insekten op het veld actief zijn en of het tijd wordt om te spuiten. 4
Ook spuiten boeren wel eens met een preparaat van insekten die een virusziekte hebben. Het middel komt uit een landbouw- laboratorium. Maar in principe kunnen boeren het ook zelf maken. ( foto's )
 
In het district Warangal, zo'n tweehonderd kilometer ten oosten van het gebied waar de DDS werkzaam is, gebruiken ruim driehonderd katoenboeren uit verschillende dorpen al drie jaar geen chemische bestrijdingsmiddelen meer. En dat terwijl katoenteelt berucht is om het zware gebruik van bestrijdingsmiddelen. De resultaten zijn prima. De onkosten voor biologische bestrijding zijn negentig procent lager dan bij het inzetten van synthetische pesticiden. Na drie jaar is de oogst. even goed. 5+

 
Een levend hek
 
Een serie agaven op een rij, vormt een prima natuurlijk hek, om een akker of een dorpsbos, -weide of -hooiland te beschermen tegen wilde dieren en loslopend vee. Dat is nodig want deze kunnen behoorlijke schade toebrengen aan de gewassen; soms gaat tachtig procent van de opbrengst verloren. Ook veroorzaken de beesten erosie door overbegrazing. Een rij agaven is even afdoend als prikkeldraad, maar veel goedkoper.
De agave is een tropische vetplant met lange, leerachtige, dikke bladeren met aan de randen scherpe stekels, die de dieren afschrikken. De agave groeit snel, vergt weinig onderhoud, is makkelijk te vermeerderen en houdt met haar wortels grond vast die anders bij de tropische buien zou wegspoelen. Bij een bepaalde agave-soort, de aloëvera, bevat de bladeren een kleurloze gelei die een geneeskrachtige werking heeft en als natuurlijke basis dient voor veel schoonheidsmiddelen. De bladeren doen een goede prijs op de markt. Een andere agave-soort bevat sterke vezels waar boerinnen sisal van maken voor touw of matten.
Er zijn tientallen soorten planten, bomen en struiken in gebruik als zelfaangroeiend hekwerk, maar de agave presteert het best bij het tegengaan van erosie: een vermindering van bijna negentig procent! 6

 
Noten
1. 'DDS' staat voor 'Deccan Development Society'. Dit is een NGO in de Zuid-Indiase deelstaat Andhra Pradesh. Zie hoofdstuk 8. terug
2+. = Een uitvoerige beschrijving van gemengde teelt in combinatie met het opknappen van traditionele, grote, open waterreservoirs en tal van eenvoudige maatregelen staat beschreven in: 'Taking Water to Every Doorstep - tanks rehabilitation programme in South India' in Wastelands News; R.P. Agrawal; Society for Promotion of Wastelands Development; New Delhi; mei-juli 2001; pagina 26. Het artikel beschrijft praktijken in het zuiden van Andhra Pradesh.
= Voor een optimistisch verhaal in dezelfde trant, zie: 'Inspiring Initiatives - soil and moisture conservation - a case study from eastern India' in Wastelands News; R.P. Agrawal; Society for Promotion of Wastelands Development; New Delhi; februari-april 2003; pagina 51. terug
3+. Een andere DDS-boerin, Lakshmama, heeft meer dan tachtig verschillende soorten zaad. Fruits of Diversity - global justice and traditional knowledge; Uwe Hoering; Church Development Service - EED; Bonn, 2002; pagina 10. terug
4. 'Pheromone trap' in Indian Farming; november 2003, pagina 32. terug
5+. = Persoonlijke informatie van boeren uit dit district.
= 'Reaping rich harvest without pesticides' in The Hindu; Gollapudi Srinivasa Rao; 17 december 2003.
De NGO die de boeren bijstaat is MARI. terug
6. 'Life fencing system for crop protection and natural resource conservation' in Indian Farming; M.S. Pendke en A.U. Gitte van de Marathwada Agricultural University, Parbhani (Maharastra); november 2003; pagina 29. terug
 
Extra bronnen
Naast de publikaties genoemd in de noten:
= Crops of Truth - farmers' perception of agro- biodiversity in the Deccan region of South India; P.V. Satheesh; International Development Research Centre, Canada en Deccan Development Society, Hyderabad, India; zonder datum, ongeveer 2000.
= Agro-Biodiversity in Andhra Pradesh - a farmers' perspective; Deccan Development Society en A.P. Coalition on Defence of Diversity.
 
Foto's: biodiversiteits-festival -  landbouwvoorlichtings-centrum -  zonder een druppel water -  karavaan -  'onkruid'medicijn -  nieuwe akkers -  restaurant
 
628
Een biodiversiteits-karavaan van twaalf ossenkarren met vele tientallen inheemse zaden brengt een feestelijk bezoek aan zestig dorpen.
 
*          *           *

Verder naar het volgende hoofdstuk.
< Terug naar het begin van dit hoofdstuk.
<< Terug naar het vorige hoofdstuk of naar de inhoudsopgave.
 
 


_
___