koe OOG  in  OOG  met  de   VERDELGINGSMACHINE   
 
       Inhoudsopgave - Bestellen - Downloaden - Maandblad - Boeken - Archief        
 
Publikatielijst - Landbouwsite - Duurzaamsite - dDH - Links - Verder >>  
 
de mond- en klauwzeercrisis van 2001
 
________    
____
 
 
OVER ONTWRICHTING EN LAPMIDDELTJES  
 
pleidooi voor een regionale landbouw
 
 
"Erg vreemd dat de landbouwsector helemaal geen lessen geleerd heeft van wat er gebeurd is." Melkveehouder Piet Boons is zichtbaar teleurgesteld. Zijn bedrijf staat in Welsum aan de IJssel in de beruchte Driehoek (Deventer-Zwolle- Apeldoorn) waar voorjaar 2001 al het vee, ziek of niet, afgemaakt en vernietigd is. Ook Boons bedrijf is 'geruimd'. "De mond- en klauwzeercrisis is ingrijpender geweest dan we aanvankelijk gedacht hadden. Veel boeren zijn wel weer enthousiast over het nieuwe vee wat ze hebben. Maar 'zoiets' willen ze nooit meer meemaken. Dan is het des te opvallender dat iedereen weer de oude draad oppakt en weer exact hetzelfde verder gaat als voor die tijd. Van de ene kant is dat begrijpelijk, vooral bij mensen die een boerenbedrijf hebben. Die willen zo snel mogelijk weer opnieuw aan de gang. Die valt ook niks te verwijten." Maar volgens Boons had in de sector zelf een discussie op gang moeten komen over de vraag 'hoe willen we verder?'.
 
Boons is voorzitter van de vakgroep biologische landbouw van de GLTO (de LTO-afdeling voor Midden-Nederland). Aan deze organisatie heeft hij voorgesteld de mogelijke gevaren van alle import en export van alle dieren in de sector op een rijtje te zetten. "Zo van: 'daar komen zoveel kalveren vandaan en daar zoveel varkens', en 'daar gaan zoveel varkens naar toe en daar zoveel kalveren en zoveel schapen'. Wat zijn dan de risico's die we nemen ten aanzien van besmettelijke ziektes? Dan praten we niet alleen over mond- en klauwzeer, maar over alle besmettelijke ziektes. Dat we dat duidelijk in beeld hebben. En dan moet de LTO dat met de boeren bespreken van 'accepteren we dat? Zijn die risico's aanvaardbaar?' Dan kunnen boeren zeggen 'van ja, dat risico nemen we'. Maar dan moeten we ook niet zeuren als er een dierziekte uitbreekt en er koeien opgeruimd moeten worden of varkens of weet ik wat.
Maar als we zeggen 'nee, we vinden de risico's veel te hoog, dat accepteren wij niet', dan zal de landbouworganisatie een ander toekomstperspectief moeten ontwerpen. Dat hoeft dan geen toekomstbeeld te zijn wat binnen nou en tien jaar gerealiseerd kan worden. Als we maar een beeld hebben waar we uiteindelijk terecht willen komen, bijvoorbeeld over dertig jaar."
 
 
Handelaren van nature
 
Boons heeft geen hoge pet op van de verschillende oplossingen waar nu over gesproken wordt om een nieuwe crisis te voorkomen, of om de effecten te beperken. "We slaan gelijk aan het 'repareren'. Dan proberen we het non- vaccinatiebeleid weg te krijgen. Maar er zijn nog zoveel andere dierziektes. En diertransporten mogen niet langer duren dan acht uur. Maar de chauffeurs laten die vrachtwagen ergens een nacht staan en de volgende acht uur gaan in. Trouwens, dan zou je bijna bij iedere vrachtwagen een ambtenaar mee moeten laten rijden om te controleren, als die al niet omgekocht wordt. Nee, dat zijn lapmiddeltjes!"
Volgens Boons is het best mogelijk de import van levend vee praktisch volledig stil te leggen. "Denemarken krijgt het als lid van de Europese Unie ook voor elkaar dat er nagenoeg geen vee ingevoerd wordt. Daar hebben ze een quarantaine-periode van zes weken. Daarmee voorkom je dat je dierziektes binnensleept. Dan is het risico van een epidemie vele malen kleiner."
 
Boons kijkt verder dan alleen een bijna volledige stop op import van vee. Hij is een warm voorstander van regionale landbouw. Bij een 'regio' denkt hij aan een gebied ter grote van Nederland, eventueel met een stuk van Duitsland erbij. Uiteindelijk zou een regio zelfvoorzienend moeten zijn, dus praktisch al het voedsel produceren wat er in die streek nodig is. En ook het diervoer. Dat hoeft dan niet meer uit Brazilië (soja), Amerika (soja en granen) of Azië (tapioca) te komen. De mest wordt binnen de regio afgezet. Boeren met veel dieren leveren hun mest aan akkerbouwers in de regio en die leveren weer voer aan hen.
"Kijk, wij Nederlanders zijn van nature handelaren. Nederland is een handelsland. Als we met handel iets kunnen verdienen, zijn we gewend te denken dat het niet zoveel uitmaakt of we dieren hier vandaan naar Spanje transporteren of omgekeerd. Daar hebben we eigenlijk in het verleden nooit zo bij stil gestaan dat daar iets mis mee is. Want als dat extra geld opbrengt, moeten we dat vooral doen. Maar volgens mij moeten we nu eindelijk toch een keer tot de conclusie komen dat al die veetransporten zoveel dierziektes met zich meebrengen, en dat dit zo'n grote bedreiging is voor de landbouw, dat we moeten gaan denken aan regionale kringlopen."
 
Een bijkomend voordeel van regionale landbouw met een gesloten kringloop is het verdwijnen van het mestprobleem. Ook de verarming van de akkerbouwgronden in de Derde Wereld stopt dan. Bovendien is de kwaliteit van het diervoer beter te controleren, omdat dit niet langer van overal uit de hele wereld vandaan kan komen. Criminelen (denk aan het MPA- schandaal) krijgen dan minder kans. En het allerbelangrijkste is misschien wel dat mensen in een regio onderling met elkaar het karakter van hun eigen landbouw kunnen bepalen, in plaats van zich volledig te moeten richten naar allerlei eisen van exportlanden.
 
 
Probleem opgelost
 
"Die problemen rond het MPA-hormoon, dat is ook zoiets. Dat is een 'mooi' voorbeeld hoe je als land totaal niks te vertellen hebt, als je helemaal afhankelijk bent van export. Het is toch schandalig dat er zomaar tienduizenden varkens geslacht moeten worden, vernietigd moeten worden, omdat je zo'n afhankelijk onderdeel bent binnen de Europese Unie. Want die varkens werden niet vernietigd omdat MPA zo verschrikkelijk schadelijk is. In de praktijk blijkt gewoon dat het na een week weg is uit de varkens. Maar dat vernietigen moet omdat er internationaal gezegd wordt: 'wij leggen die export stil'. Als je niet zo afhankelijk bent van export, dan haal je je schouders op en zeg je: 'ik bespreek met mensen in deze regio wel wat we met dat vlees doen'. Dan vraag je aan Albert Heijn: 'wil je dat vlees verwerken?' En dan zegt Albert Heijn: 'ja'. Dan is het probleem opgelost."
 
In feite pleit je voor een landbouw die onafhankelijk is van exporten naar andere EU-landen. Maar de LTO zegt dat dan zeventig procent van de veehouderij in ons land failliet gaat.
 
"Dat is onzin. Als je ziet hoeveel bedrijven er de laatste jaren gestopt zijn, om wat voor reden dan ook, dan weet ik niet of het op een andere manier nog sneller kan gaan. In Nederland is de grond verschrikkelijk duur en het melkquotum ook. Dat staat in geen enkele verhouding tot hoe het in het buitenland is. Dan manoeuvreer je je in een dermate ongelijke concurrentiepositie dat je het van de schaalgrootte moet hebben. Door het steeds groter móeten worden van de bedrijven vallen er steeds meer boeren af. Dan is mijn vraag: zijn we niet in de verkeerde spiraal terecht gekomen? Hadden we niet beter in een andere spiraal kunnen zitten? Bijvoorbeeld die van de regionale kringloop. Dan zal er hier veel export verdwijnen, maar dan moeten we ons hier niet meer zo op bulk concentreren, maar meer op specifieke produkten. En bijvoorbeeld op de fokkerij. Waardoor je de deskundigheid van de boer blijft benutten, maar op een andere manier."
 
Een ander argument is dat Nederland zonder de landbouwexport een tekort op de betalingsbalans krijgt.
 
"Dat overschot op de betalingsbalans weegt niet op tegen de voordelen die het heeft als je geen roofbouw meer pleegt in andere delen van de wereld en als je niet langer meer met de milieukosten zit van het mestoverschot en de kosten van die epidemieën. Neem bijvoorbeeld de varkenspest, die heeft drie miljard gulden gekost en de mond- en klauwzeercrisis één miljard!"
 
Boons blijft erbij dat we toe moeten naar een fundamenteel andere structuur van de landbouweconomie. Dáár zouden we ons op moeten bezinnen, in plaats van te kijken waar nu op dit moment geld te halen valt. "Geld is zo verschrikkelijk belangrijk in het leven van heel veel mensen, dat speelt zo de boventoon, dat de emoties ten aanzien van dieren daaraan ondergeschikt raken. Dat is een slechte zaak. We zullen tóch een keer met zijn allen tot de ontdekking moeten komen, dat we zo ontwrichtend bezig zijn op allerlei gebied, dat dat niet meer te accepteren valt. Dat dat zo gigantisch veel kost, en dan bedoel ik niet 'geld kost', maar dat dat zo gigantisch veel kost aan leefbaarheid op deze wereld, dat je de verantwoordelijkheid daarvoor niet op je nek mag halen, zeker niet ten opzichte van de volgende generaties. Als je dat allemaal meeneemt, ben ik er vast van overtuigd dat het heilig verklaren van de export een hele onzinnige zaak is."
 
*          *           *

Verder naar het volgende hoofdstuk. >>
<< Terug naar het begin van dit hoofdstuk.
Naar de inhoudsopgave van Oog in Oog met de verdelgingsmachine.
 
 
 
 
 


_
___