Land en Stad - Maandblad
  oktober 2001
Overzicht oktober - Boeken - Archief - Landbouwsite - Duurzaamsite - dDH - Links   Verder >>  
 
________    
____
 
 
DE BOER LIJKT WEL RECHTELOOS  
 
Een Gelderse melkveehouder over de aanpak van mond- en klauwzeer
 
 
Ingezonden brief: "Zondag 25 maart. Samen met mijn gezin heb ik mij als een belegerde stadhouder teruggetrokken op mijn bedrijf. Ik ben veehouder in 'besmet gebied'. Dat betekent dat ik sinds afgelopen woensdag - buiten mijn gezin - geen levend mens meer in de ogen heb gekeken. En de dreiging komt nog elke dag dichterbij. Gisteren werd bekend dat een bedrijf in Nijbroek, hemelsbreed misschien 4 kilometer hier vandaan, geruimd is. Intussen begint de situatie op mijn bedrijf regelrecht rampzalig te worden (overstromende mestkelder, leegrakende voersilo's, duizenden liters melk waar ik nergens mee naar toe kan, overvolle stallen). En dat alles omdat 'de politiek' of 'Brussel' mij en mijn collega-boeren verbiedt onze dieren te vaccineren. Met welk recht? - zo vraag ik mij af.
 
 
Vier generaties
 
Het boer-zijn is mij met de paplepel ingegoten. Als kleine jongen werd ik door mijn ouders en grootouders meegenomen naar de dieren. Liefde voor het vee was iets vanzelfsprekends, en wij waren dagelijks getuige van de cyclus van geboren worden, opgroeien, produceren, nageslacht krijgen en, uiteindelijk, doodgaan. Dat gold - en geldt - voor de mensen evenzeer als voor de dieren. In de vroege jaren '20 begonnen mijn grootouders hun boerenbedrijfje met twee moeizaam bijeengespaarde roodbont-koeien. Door hard werken en spaarzaam leven konden ze zo nu en dan een koe erbij kopen. Zo ontstond een zorgvuldig gefokte bloedlijn, die later door mijn ouders en daarna door mijn vrouw en mij is voortgezet. De dieren in ons bedrijf zijn het resultaat van tachtig jaar en drie generaties vakmanschap, liefde en toewijding. De gedachte dat dit alles in één keer kan worden weggevaagd, vervult me met afschuw. En wat te denken van mijn zoon, die de afweging moet maken of hij het bedrijf in de toekomst kan en wil voortzetten. De keuze die hij moet maken is een vrijwel onmogelijke. Het is de keuze tussen de liefde voor het boerenleven, voor de dieren, voor een eeuwenoude (familie)traditie enerzijds en de harde realiteit, waarin het soms lijkt of de hele samenleving samenspant tegen de boeren, anderzijds.
 
 
Een bedreigde bevolkingsgroep
 
Boeren zijn tegenwoordig een ernstig bedreigde bevolkingsgroep. We worden economisch bedreigd - door de machtsconcentratie bij de voedingsindustrie, die de boeren onder druk zet om tegen steeds kleinere winstmarges te werken, en door de steeds hogere overheidseisen op milieu- en dierenwelzijns-gebied, die volledig op de boer worden afgewenteld. Door deze manipulaties van buitenaf stijgen de kosten voortdurend, terwijl de opbrengsten alleen maar afnemen.
Ook qua rechtspositie worden we bedreigd. De boer lijkt wel rechteloos; hij moet wel het volledige ondernemersrisico dragen, maar heeft geen enkele handelingsvrijheid in de bedrijfsvoering. De overheid bepaalt tegenwoordig tot in detail wat een boer mag en moet doen met zijn bedrijf. Echte vrije concurrentie is al jarenlang een utopie.
Politiek worden we bedreigd door beleidsmakers die roepen dat "er in Nederland geen plaats meer is voor boeren". Projectontwikkelaars en gemeenten nemen elk jaar grote happen uit het landbouwareaal en veranderen ons land in hoog tempo in een aaneenschakeling van nieuwbouwwijken en bedrijfsterreinen. Wij begrijpen best dat iedere Nederlander recht heeft op werken en wonen, maar is het echt wenselijk dat Nederland binnen enkele jaren verandert in een soort Hongkong aan de Noordzee? Een stadstaat die voor zijn voedsel, recreatie en frisse lucht volledig afhankelijk is van het buitenland?
 
 
In de beklaagdenbank
 
Misschien wel de ernstigste bedreiging is van een hele andere aard: de morele bedreiging van politici en media die niet nalaten de boeren in de beklaagdenbank te plaatsen. "We moeten de schaamte - via de consument - weer bij de boer brengen", zei 'onze' minister van Landbouw, Brinkhorst vorige week nog, doelend op het welzijn van de dieren in de stallen. Met dergelijke opmerkingen tref je een boer in het diepst van zijn ziel. Het dierenwelzijn wordt in Nederland bepaald door de dierenwelzijnswet. Die wet is gemaakt door politici. Veehouders doen niet anders dan - binnen de door de politiek opgelegde juridische én economische grenzen - zo goed mogelijk voor hun dieren zorgen. Een boer loopt pas met een goed gevoel door zijn stal als zijn dieren er gezond en tevreden uitzien. Een boer is gek met zijn koeien, praat met ze, geeft hier een schouderklop en daar een aai over de rug. Natuurlijk moet een boer ook economisch denken, en voor ieder dier komt er een moment dat het naar de slacht moet. Dat zijn momenten waarop je als boer(in) wel eens een traantje laat, wil ik wel bekennen.
Na de BSE-crisis, die waarschijnlijk veroorzaakt is door de veevoederindustrie (in ieder geval niet door de boeren), de varkenspestepidemie (ook het gevolg van het non- vaccinatiebeleid) liggen we nu onder vuur van het mond- en klauwzeer. Hoewel er een prima vaccin beschikbaar is, mogen we het niet gebruiken. Het is voor ons onbegrijpelijk dat wij onze dieren niet mogen beschermen met een volstrekt onschadelijke inenting, omdat de Amerikanen ons vlees dan niet meer willen. Terwijl we tegelijkertijd gedwongen worden Amerikaans hormoonvlees op de Europese markt toe te laten, dat niet alleen gevaarlijk is voor de volksgezondheid, maar bovendien leidt tot valse concurrentie. Een koe die met hormonen behandeld is, groeit twee keer zo snel als een gewone koe. Dat scheelt enorm in de produktiekosten.
 
 
Boze opzet?
 
Het vreemde feit doet zich voor dat de boeren, die volledig in de tang zijn genomen door de overheid en grootindustrie, en zelf nauwelijks nog keuzes mogen maken, voor alles wat mis gaat aangeklaagd worden. De overgrote meerderheid van de boeren werkt gewetensvol aan het welzijn en de gezondheid van zijn dieren. De werkelijke oorzaken van de recente crisissen liggen elders. De chaotische situatie rond de bestrijding van de MKZ-epidemie is het zoveelste bewijs van het falen van de overheid. De onzorgvuldigheid, laksheid en besluiteloosheid zijn zo groot dat je bijna zou gaan denken aan opzet. Als boer kunnen wij niets anders doen dan angstig wachten op het onheil dat op ons afkomt. Informatie van overheidswege ontbreekt volledig. Ondanks het 'draaiboek MKZ', dat volgens de verantwoordelijken 'op het droge' is geoefend, heeft niemand een oplossing voor de problemen waar wij op dit moment mee geconfronteerd worden. Vaccineren wordt rigoureus van de hand gewezen. Al deze fouten worden gemaakt door de politiek. Wie moet zich nu schamen?
 
 
Dick Jansen, melkveehouder in Terwolde."
 
 
Deze ingezonden brief verscheen 27 maart 2001 in het NRC.
 
 
foto
 
foto
Een paar van de 128 kerngezonde dieren van de familie Jansen in Terwolde,
die op 7 mei 2001 afgemaakt zijn.
 
 
foto
Spookachtig stil na het 'ruimen'.

 
*          *           *

Over enige tijd verschijnt de volgende serie artikelen. Wil je een seintje wanneer deze er zijn, stuur dan een berichtje naar: jpsmit@xs4all.nl
Reacties naar het zelfde e-mailadres.
 
 
Meer informatie over de aanpak van mond- en klauwzeer en over een actiegroep die pleit voor het enten: http://www.enteuropa.nl
 
 
Verder naar het volgende artikel >>
<< Terug naar het begin van dit artikel.
Naar  overzicht  oktober.
 
 
 


_
___