Tilburg ZaMir
Archief
Studenten en radiostations als democratische waakhonden
'Dromend van een Servië zonder politici'
9 februari 1997
door: Edwin Mermans, Tilburg ZaMir
In weinig Europese landen is de aversie tegen politici zo
groot als in Servië. Ook de coalitie van
oppositiepartijen Zajedno (Samen), wordt door veel Servische
burgers met gepast wantrouwen benaderd. Voor de Nederlandse
solidariteitsbeweging zijn de uiteenlopende burgergroepen en
onafhankelijke media in voormalig Joegoslavië de enige en
vanzelfsprekende partners. Verslag van een bezoek van Tilburg
ZaMir aan Belgrado, een stad in blijde verwachting van een
betere toekomst.
Door een ongelukkige samenloop van omstandigheden toog Tilburg
ZaMir naar Belgrado precies in de periode dat een aantal
vertegenwoordigers van de protesterende studenten en
onafhankelijke radiostations in Nederland is. Doel van dit
bezoek is ondermeer een gedachtewisseling met Wim Kok,
gesprekken met ambtenaren van Buitenlandse Zaken, de
Nederlandse media, studentenorganisaties en andere NGO's. Uros
Bobic en Danilo Drndarski, twee van onze contactpersonen sinds
een eerder bezoek in november, maken deel uit van de delegatie
en proberen in Nederland draagvlak te creëren voor
diplomatieke en materiële hulp.
Maar niet getreurd, voordat zij hun wensenlijstje kunnen
ontvouwen passeren wij de Hongaars-Servische grens met een bus
vol goederen en geld. De humanitaire helft van de lading, is
bestemd voor 'Grupa 484', een zelforganisatie van
vluchtelingen uit de Krajina en de rest bestaat uit computers,
modems, rollen drukpapier, honderden videotapes en een zak met
Deutsch Mark in kleine coupures voor de studentenorganisaties.
Ondanks ruime ervaring met het smokkelen van dit soort
goederen de laatste vier jaar is er toch altijd een lichte
nervositeit bij het naderen van de Servische grens. Gelukkig
zijn de Hongaren wat soepeler sinds het opheffen van de
sancties tegen Klein-Joegoslavië. De vraag blijft altijd
of de douane ons kletsverhaal weer pikt dat we 'op bezoek gaan
bij vrienden in Belgrado en wat persoonlijke spullen en
cadeautjes bij ons hebben'. 'De beste leugen ligt het dichtst
bij de waarheid' en 'zorgen dat de knuffelbeesten goed
zichtbaar zijn' is het devies. 'You have a lot of personal
stuff' lacht de Servische diender ongelovig. Met een
zelfverzekerd verhaal, een licht naïeve ondertoon en m'n
beste babyface-smile komen we zonder smeergeld de grens over.
Met een ongelovig snijbonensmoel koersen we richting
Belgrado.
Het zeskoppig team bestaat ditmaal voor een deel uit
journalisten en fotografen, ondermeer van de Tilburgse en
Rotterdamse Universiteitskranten. Een KRO-radioverslaggeefster
met tolk gaat per vliegtuig voor ons uit en zal ons tijdens
onze tocht door Belgrado vergezellen. Het tijdelijk 'Tilburg
ZaMir hoofdkwartier' wordt als vanouds opgeslaan bij Jelena
Santic, voormalig ballerina, choreografe, anti-nationalistisch
activiste vanaf het eerste uur en boegbeeld van de Servische
anti-oorlogsbeweging. Een half uur na aankomst bevinden we ons
in de eerste demonstratie. Iedere avond om half acht maken de
demonstranten met alle mogelijke middelen een hels kabaal als
protest tegen de eenzijdige berichtgeving op het journaal van
de staatstelevisie. Het scheidsrechtersfluitje is momenteel,
na het ei en toiletrol, in Belgrado één van de
voorwerpen met een politieke lading.
Optimisme
Een dag later bestaat het programma uit een volgepropte fact-
finding mission langs onafhankelijke radiostations,
studentenorganisaties en internetservers. Irina Ljubic, de
dochter van Jelena, en twee van haar mede-activisten Miroslav
en Uros gidsen ons door de stad en speuren de mensen op die we
willen spreken. Zoals altijd valt of staat de hele onderneming
weer bij een uitstekend contactennetwerk. Bijna
vanzelfsprekend blijkt het wereldje van studenten-activisten
weer klein en zijn het niet zelden bekenden die vooroplopen.
Miroslav blijkt bijvoorbeeld jarenlang operator van de ZaMir
server in het Anti-oorlogscentrum te zijn geweest en ik herken
hem van geen meter door z'n pas aangemeten Trotski-sik.
Sinds onze laatste bezoek aan Belgrado, eind november, is er
veel veranderd in de stad. Na één week massale
demonstraties durfden velen nog niet al te optimistische
verwachtingen te koesteren. Velen vreesden een herhaling van
de opstand van maart 1991 die door het leger meedogenloos werd
neergeslaan met tanks en grof geweld. Ook het uitdoven van het
opstandige vuur aan de vooravond van een ijzige winter was een
reëel toekomst perspectief.
Nu, een dikke zeventig demonstratiedagen verder, lijkt
terugkeer naar het verleden verder weg dan ooit. De positie
van Milosevic is verder ondergraven en hij is zijn absolute
controle over de Servische samenleving stap voor stap aan het
verliezen. De generaals hebben verklaard niet in te grijpen,
de Servische Orthodoxe kerk stelt zich achter de eisen van de
demonstranten en zelfs in de partij van Milosevic zijn
scheuren zichtbaar. Iedere poging van zijn kant om met geweld
of misleiding de demonstranten van de straat te krijgen
resulteerde uiteindelijk alleen maar in nog meer demonstranten
en verspreiding van de onrust over de rest van het land.
Macht van studenten
Veel belangrijker is echter onze constatering dat de
studentenorganisaties zich inhoudelijk en organisatorisch
sterk hebben ontwikkeld. Alles is erop gericht om ook na de
demonstraties een vuist te kunnen maken voor de algehele
democratisering van de samenleving. Het opstandige vuur moet
gaan beklijven in een netwerk van organisaties op alle
faculteiten, de uitgave van onafhankelijke periodieken en
publicaties, de opzet van een studentenradiostation en verdere
uitbouw van de internetcentra.
Die avond nemen we een kijkje bij internetserver van de
faculteit der wis- en natuurkunde. Hier wordt een deel van de
websites in elkaar geflanst waarmee - via brede Amerikaanse
internetlijnen en spiegelservers - de hele wereld nauwgezet op
de hoogte gehouden wordt van het reilen en zeilen van de
opstand. In hetzelfde gigantische gebouw spreken we later
uitvoerig met een tiental leden van de zogenaamde 'main board'
van het studentenprotest. In dit 'parlement' van het protest
zijn studenten van alle faculteiten en hogescholen van
Belgrado vertegenwoordigd en wordt richting gegeven aan de
demonstraties en de opbouw van organisatiestructuren. Ook een
aantal stevig uitziende 'ordehandhavers' van de
studentenprotesten zijn op de achtergrond aanwezig. Ze
verdwijnen even later in de aardedonkere, honderden meters
lange universiteitsgangen die het 'ondergrondse' karakter van
de setting versterken.
Ludiek en vreedzaam
In het gesprek wordt ten overvloede benadrukt dat de
studentenbeweging volstrekt onafhankelijk is van de politieke
oppositiepartijen verenigd in Zajedno. Ze demonstreren apart
van de rest en de eisen gaan verder en behelzen een radicale
democratisering van de Servische samenleving. Hiermee wordt
ondermeer toegang tot de massamedia, democratisering van de
universiteiten en bestraffing van frauderende autoriteiten
bedoeld. Mocht Zajedno aan de macht komen dan zullen de nieuwe
machthebbers evenzeer langs democratische meetlat worden
gelegd door een zelfbewuste studentenbeweging en afgerekend
worden op hun daden. Het wantrouwen in Zajedno blijft
vooralsnog aanwezig gezien de nationalistische en
machiavellistische achtergronden van een aantal prominenten in
deze coalitie. Met name Zoran Djindjic heeft een zeer
twijfelachtige reputatie. Veel kiezers stemmen bovendien
primair op Zajedno om Milosevic weg te krijgen.
De studenten genieten daarentegen door hun uiterst ludieke,
creatieve en vreedzame acties, hun onafhankelijke opstelling
van politieke partijen en een flexibele slagkracht een enorm
krediet bij de Belgradose bevolking. Ze zijn hiermee, samen
met het roemruchte radiostation B92, een factor van betekenis
geworden in een welhaast carnavaleske postmoderne
revolutie.
Miona Babic, studente van de Faculteit der kunsten spreekt
haar algehele aversie uit tegen politici en ideologieën
en droomt van een toekomstig Servië zonder politici.
Typerend voor de algehele walging voor politici in voormalig
Joegoslavië is de verwarring rondom het begrip
'politiek'. Terwijl de meeste activisten zich uitsloven te
benadrukken dat ze volstrekt a-politiek zijn is hun houding en
programma van eisen politieker dan dat van menig Nederlands
activist. De begripsverwarring zit in hun gelijkschakeling van
het begrip 'politiek' aan 'partijpolitiek, corruptie en
nepotisme'. De affiniteit met de toekomstige inrichting van
hun land, van deze meest gepolitiseerde studenten van Europa,
staat in schril contrast met de maatschappelijke betrokkenheid
van vele leeftijdsgenoten in West-Europa.
In tegenstelling tot tien weken daarvoor laat ik mijn scepsis
over de goede afloop van dit avontuur langzaam varen. De enige
twee mogelijke scenario's lijken nu nog de uiteindelijke val
van Milosevic of een uiterst bloedig en gewelddadig neerslaan
van de opstand door het regime. In het laatste geval,
garanderen de studenten ons, 'vluchten we massaal naar het
Westen'.
Boter bij de vis
Ik kan me vinden in de omzichtig uitgesproken constatering dat
de wereldwijde solidariteitsbetuigingen, via ondermeer
internet, weliswaar zeer op prijs worden gesteld maar dat er
zo langzamerhand eens boter bij de vis moet komen. Ik heb last
van plaatsvervangende gêne bij de constatering van de
studenten dat er zo weinigen uit het Westen eens zelf een
kijkje in Belgrado komen nemen of substantiële
materiële ondersteuning kunnen bieden.
De volgende dag verlaten we een Belgrado dat zwanger is van
een democratische foetus met maar één vraag:
Wordt 't een blakende, blozende, levenskrachtige baby of een
bloedige abortus provocatus?
[Menu]
[dDH]