Vrijdag 29 november, 12.00 uur. Bij het literaire café
Plato in de binnenstad verzamelen zich rond de
20.000 studenten. Het is al de elfde keer dat ze ondanks natte
sneeuw en snijdende kou de straat op gaan. Het eerste uur lezen
twee studenten steunbetuigingen uit andere steden en petities
voor. Ook een aantal professoren voert het woord, onder luid
gejuich van de studenten. Daarna volgt een mars door het centrum
van Belgrado, waarbij de demonstranten vanaf balkons en uit ramen
toegejuicht worden. Het protest heeft vandaag een ironisch
tintje. Op 29 november werd onder het oude regime de proclamatie
van het communistische Joegoslavië herdacht. Alleen in het
federale Joegoslavië van Servië en Montenegro, waar de
oude garde nog aan de macht is, is er op die datum nog een
officiële vrije dag.
De demonstranten worden begeleid door opvallend weinig politie.
Alleen een paar verkeersagenten zijn bezig zijstraten af te
zetten. Wel loopt aan de kop van de stoet een aantal mannen
continu in de bovenste knoop van hun windjack te praten. "In de
kelders van de officiële gebouwen en in bussen buiten het
centrum houdt de politie speciale eenheden achter de hand", zegt
Uros Bobic (20), een van de leden van het actiecomité van
de Universiteit voor de Kunsten. "Binnen enkele minuten kunnen
die ingrijpen."
Belgrado heeft drie universiteiten. Een algemene,
één voor de Kunsten en de 'Gebroeders Karic'
(Braca Karic)-universiteit. Die laatste is een
privé-instelling, opgezet door de schatrijke broers Karic,
(die verder onder meer een TV-station bezitten) waar studenten
acteer-, regie- en dramaturgiecursussen kunnen volgen, maar ook
zaken als management kunnen studeren.
Het dagelijkse massaprotest wordt gehouden door studenten van de
algemene universiteit, maar die van de Universiteit voor de
Kunsten vinden dat niet ver genoeg gaan. Bobic: "Wij denken dat
het meer effect heeft als de acties ook in het dagelijks leven
voelbaar worden. In het geval van mijn universiteit betekent dat
dat we het culturele leven in Belgrado zullen proberen lam te
leggen. Een groot deel van de mensen die in theaters, musea
enzovoort werken studeren nog, omdat veel van de vroegere
personeelsleden het land hebben verlaten, of in de oorlog
omgekomen zijn. Als de studenten in staking gaan heeft dat dus
al een groot effect, maar we hopen ook op steun van de
afgestudeerden die inmiddels bij de televisie, theaters enzovoort
werkzaam zijn. De volgende stap is dan dat de mensen op de van
de Universiteit van Belgrado deze actie overnemen. Studenten
werktuigbouwkunde gaan dan praten met arbeiders uit
machinefabrieken, die uit de transportsector met bus- en
taxichauffeurs enzovoort. Dan bestrijk je ineens alle sectoren
van de maatschappij", zegt Bobic hoopvol. "De regering heeft dan
de keuze tussen het op geweld laten uitdraaien, zoals in
Roemenië in 1989, of toegeven aan onze belangrijkste eis:
het vormen van een comité uit alle partijen dat het
besluit de verkiezingen ongeldig te verklaren zal herzien. Als
dat gebeurt gaan we meteen weer aan het werk. Onze eis heeft geen
partijpolitiek karakter. Wij zijn tegen het stelen van stemmen,
door wie dan ook."
Ondanks al z'n optimisme beseft Bobic heel goed dat het protest
even snel kan uitdoven als het opgelaaid is: "Ik denk dat de
blokkade van het culturele leven in Belgrado er komt, maar het
is erg de vraag hoe het elders gaat. In de rest van Servië
zijn de mensen solidair, maar actie voeren is daar veel
moeilijker. Ook al ben je in een kleine stad in de meerderheid,
de kleine minderheid die trouw is aan het regime weet precies
waar je woont en wat je doet, en kan je dus heel makkelijk
terroriseren. Aan de andere kant is dit wel het meest serieuze
protest sinds 1968. Bij de manifestaties in 1991 en 1992 was het
iedere avond feest. Nu komen de mensen bij elkaar om te
overleggen, staat de radio aan voor het nieuws en niet de muziek,
en gaan ze de straat op om anderen op straat te krijgen."
Zelfs al blijven de protesten aanhouden, dan nog is het maar de
vraag of er fundamenteel iets verandert. De mensen zijn volgens
Bobic namelijk niet zonder meer anti-Milosevic. "Alleen het
progressieve gedeelte van de bevolking wil Slobodan Milosevic weg
hebben. De meerderheid van de bevolking is gewend aan sterke
leiders. Milosevic wordt door haar niet verantwoordelijk gehouden
voor bijvoorbeeld de ingestorte economie, de gekelderde inkomens,
de criminaliteit enzovoort. Dat is de schuld van het buitenland,
de mensen rond hem en de lokale bestuurders. Het is net als in
de tijd van Tito. Die werd ook nooit genoemd als er een crisis
was."
De huidige crisis heeft effect op alle gebieden: het
universitaire leven, de kwaliteit van het voedsel, en de interne
spanningen in het land.
Bobic: "Onze diploma's hebben geen waarde meer. De curricula zijn
vaak al dertig jaar hetzelfde, en er is al jaren geen
buitenlandse literatuur meer vertaald, simpelweg omdat niemand
er om geeft. Verder worden de universiteiten voor allerlei
smerige karweitjes gebruikt: leiders van fascistische bewegingen
kunnen hier zonder meer les geven. Je hoeft ook niet meer te
studeren voor een bul, je kan hem gewoon kopen. De kans is groot
dat als je een willekeurige student vraagt hoe het met z'n studie
is, hij zegt: "Ik werk om m'n bul te kunnen betalen, en daarna
ga ik werken in het buitenland. Het enige goede aan het
universitaire systeem is de prijs van het eten. Een warme
maaltijd kost 1,7 dinar (60 cent), het ontbijt 1,2 dinar (42
cent). Als je van buiten Belgrado komt is het heel wat als je
voor die prijzen al kunt eten. In z'n algemeenheid is de
kwaliteit van het eten tien keer slechter dan voor de oorlog. Het
brood in de winkel is vaak twee dagen oud, en in veel restaurants
wordt het eten dat overblijft bewaard en de volgende dag weer
geserveerd."
"Het meest vreselijk zijn de interne problemen in ons land: die
met de Kosovaren in het zuiden, die tussen Zuid-Servië en
Belgrado en die met de minderheden in de Vojvodina in het
noorden. Misschien is er straks wel oorlog met het zuiden of het
noorden, misschien is het mijn straat tegen de volgende of ik
tegen m'n buurman... Het duurde van 1945 tot in de jaren zeventig
tot de mensen weer vertrouwen kregen in het land waarin ze
woonden. Daarna ging het twintig jaar goed, en toen kregen ze het
bewijs dat ze ongelijk hadden. Als het weer zo lang duurt na het
verdwijnen hier van de communisten, pakweg over vijf jaar, dan
ben ik zestig voordat ik hier normaal leven kan. Ik heb nu nog
de energie om hier te leven. Ik werk als geluidstechnicus bij het
oppositionele radiostation B92 en de sfeer daar houdt me op de
been. Als ik merk dat de atmosfeer daar verslechtert of als ik
bijvoorbeeld kinderen zou willen, ga ik het land uit. Ik wil niet
dat mijn kinderen opgroeien tussen die van lokale chauvinisten.
De duisternis hier eet je op zonder dat je merkt wat er gebeurt.
Dat willen we stoppen."
Het studentenprotest van die dag verloopt verder rustig. Er wordt
niet met eieren, maar met wc-rollen gegooid. Om half vier zijn
de studenten terug bij Plato. Anderhalf uur later
zullen de burgers van Belgrado bij het gebouw van de
Democratische Partij op het Terazije-plein het
protest weer overnemen.
Bas Tielens
Uit het blad 'Now Future', nr. 8; dec. '96.
Nieuws over de acties van de studenten in Belgrado is te vinden op de hun eigen site.