[Menu] [dDH]

Kosova en Nederland 1999
De naweeën van een vuile oorlog

Vladimir Novakovic, de Joegoslavische zaakgelastigde in Den Haag zei recentelijk (Volkskrant, 5 juni 1999):"Als ik een winnaar mag aanwijzen, dan kies ik voor vrede." Maar is er echt vrede?

Vele Europeanen blijken in een euforische staat van opluchting of overwinning te verkeren. Ze menen dat de NATO in Joegoslavië goed werk heeft verricht. Servische soldaten hebben zich uit Kosovo teruggetrokken, en de de de veiligheidstroepen, de KFOR, hebben zich in Kosovo geïnstalleerd.

Wie het UNEP-rapport (UNEP staat voor:United Nations Environment Programme) van mei 1999 leest, ziet zijn vredesillusie snel verstoord, beseffend dat Joegoslavië door de intensieve bombardementen ernstig vervuild is. Op de NAVO-persconferentie in april jl. is door de NATO-woordvoerder Jamie Shea vermeld dat er in Joegoslavië met uraniumhoudende munitie is gebombardeerd. Met de Amerikaanse AV-8 Harriers en de A-10 gevechtsvliegtuigen, de Warthogs, zou ook nu, evenals in Irak (1991) en in Bosnië (1994,1995) uraniumhoudende munitie afgevuurd worden en "hot spots"(plaatsen met sterke radioactiviteit) achterlaten. De UNEP-rapporteurs spreken in hun verslaglegging dan ook over "ernstige schade aan de omgeving"...en over het feit dat "zowel de bevolking als de natuurlijke omgeving in de Balkan zouden kunnen worden bedreigd." In de waslijst van 81 "NATO-targets" springt de misŠre van de Servische industriesteden Novi Sad en Panecevo in het oog, waar tijdens heftige NATO-bombardementen zich vuurhaarden ontwikkelden en donkere wolken zich samenpakten. Een diversiteit van giftige stoffen als dioxinen, vinylchloride, fosgeen, ethyleen dichloride, chlorine, nitrogeen oxides, het zwaar giftige fluorzuur, zware metalen, en PCBs bodem, vervuilden bodem lucht en water. Beperkt deze aantasting van het milieu zich alleen maar tot de Federatie van de Republiek Joegoslavië? Nee, aboluut niet! Het Wereldnatuurfonds maakt zich dan ook terecht ernstig zorgen over een mogelijk uitgebreide milieuramp en verzocht een spoedeisend adeqeaat onderzoek. Immers het water in het Donaubekken met haar uitlopers naar andere landen als Bulgarije en Roemenië kunnen daar ook behoorlijk last krijgen van water-en bodemverontreinigingen.
Vervuiling van water mag niet en is in strijd met het Verdrag van Bazel. Op 11 april jl. stelden Griekse experts in de atmosfeer dioxinen en deeltjes van giftige middelen als bijvoorbeeld furanes vast.

De zorgen om het milieu worden ook door de ex President van de Sowjet Unie, Michael Gorbatsjow gedeeld. In zijn hoedanigheid van President van Green Cross International sloeg de Perestrojkaschrijver alarm (zie Guardian en Nieuwsblad van het Noorden, 18 juni jl.), wijzend op het gevaar voor de volksgezondheid bij het inzetten van wapens met verarmd uranium. Gorbatsjow schrijft:"Zulke wapens verbranden op hogere temperaturen en produceren gifwolken met uraniumoxide die ontbindt in de long- en bronchiale vloeistoffen." Gorbatsjow, ooit landbouwingenieur, vindt dat het gebruik van uraniumhoudende wapens verboden zou moeten worden. Eenzelfde wens werd al in maart 1983 geuit door de samenstellers van het boek "Uranium Battlefields Home and Abroad" bij welke gelegenheid zij de uraniumhoudende munitie kwa effecten ''the Agent Orange of the nighties'' noemden. De Amerikaanse atoomfysicus Leonard Dietz, in dienst van het Ministerie van Defensie, waarschuwd de voorzitter van de Senaatscommissie van Defensie Les Aspin voor het gebruik van deze munitie tijdens de Golfoorlog. Dietz beschreef de grote risico's van de radioactieve "fall out" die na inslag van deze kinetische energiemunitie vrijkomt en bij inademen van de fijne uraniumstof zeer gevaarlijk kan zijn. Helaas werd Dietz' waarschuwing genegeerd met alle gevolgen van dien. Negen jaar na beëeindiging van de Golfoorlog toonden metingen bij Britse en Amerikaanse veteranen aan, dat zij vier maal zo veel verarmd uranium als natuurlijk uranium in hun lichaam hadden. Dit logenstrafte de beweringen van het Ministerie van Defensie dat verarmd uranium na besmetting spoedig het lichaam zou verlaten.

Gebruik van verarmd uranium in wapens

Sedert 1991 werd "verarmd uranium" door de VS in de Golfoorlog tegen Irak zeer succesvol als antitankwapens gebruikt. Uit cijfers komt naar voren dat maar liefst 40.000 Irakeze tanks onschadelijk werden gemaakt. Een militair succes, maar biologisch-medisch een ramp, want zowel de Irakeze bevolking als de militairen van beide zijden leden(en lijden) aan een diversiteit van ernstige ziektes ressorterend onder de naam het "Golfoorlogsyndroom". Van de 697.000 VS- manschappen die in het Golfgebied opereerden bleken maar liefst 90.000 medische problemen te rapporteren. De symptomen bestonden uit ademhalingsproblemen, lever- en nieraandoeningen, geheugenverlies, koorts, lage bloeddruk hepatitis, infectieziektes, bloedkankers, maar ook vele andere vormen van kankers als maag- en nier- en botkankers. Tevens werden er in Irak regelmatig doodgeboren babies ter wereld gebracht of werden er zuigelingen geboren met geboorteafwijkingen veroorzaakt door erfelijke afwijkingen. Overigens blijken de gevolgen voor de Irakezen, levend in het stralingsgebied, aanmerkelijk erger dan voor de Amerikaanse veteranen het geval was. Men schat het aantal potentiële patiënten in Irak op een half miljoen en er zou ongeveer 350.000 kilo aan radio-actief afval door de VS in Irak "gedumpt" zijn.

Humanitair oorlogsrecht en massavernietigingswapens

De Balkanoorlog met het agressief optreden van de NATO onder het voorwendsel van "humanitaire hulp" heeft veel verzet en weerzin bij bepaalde delen van bevolkingsgroepen opgeroepen. Zo schreef John Catalonotto, woorvoerder van het Amerikaanse Internationale Actie Centrum:"Verarmd uranium , waarvan men beweert dat het in wapens tegen Joegoslavië gebruikt wordt, "voegt een nieuwe dimensie toe aan de misdaad van de NATO tegen het Joegoslavische volk, inclusief de Kosovaren." In Nederland is mijns inziens de nucleaire dreiging voor mens, plant en dier en milieu nog maar nauwelijks tot het collectieve bewustzijn van het volk doorgedrongen. TV-kijkers zagen dagelijks de afschuwelijke beelden van vluchtende Kosovaren, van massagraven en spraken met elkaar over barbaarse genocides, uitgevoerd in opdracht van de misdadige Servische president Milosevic. Maar zijn de sociaal-economische en de ecologische gevolgen op termijn, door duizenden giftige en massavernietigende NATO-bommen, niet veel erger dan het barbaarse regime van Milosevic? Wat te denken van de enorme schade van de infrastruktuur in Servië en de daarmee samenhangende werkeloosheid. Alleen al de materiëele schade in Joegoslavië wordt op 100 miljard dollar geschat.

Op grond van de door de NATO immens toegebrachte ellende aan de bewoners van Federale Republiek Joegoslavië namen 15 juristen en hoogleraren onder leiding van de Canadese Professor Michael Mendel, Hoogleraar aan de Juridische Faculteit van York te Toronto, waar ook Louise Arbour werkzaam was, op 7 mei 1999 het initiatief een formele klacht tegen de leiders van alle NATO-landen bij het Internationale Tribunaal van het voormalige Joegoslavië in te dienen. De lijst van misdrijven tegen de mensheid houdt onder meer in "het opzettelijk doden en met opzet veroorzaken van een ernstig lijden of toebrengen van ernstig letsel aan lichaam of gezondheid...." Deze aanklacht voert een "openlijke schending"aan van zowel het Handvest van de Verenigde Naties als van het verdrag van de NATO zelf, van de Conventies van GenŠve en de Principes van het Internationale Recht zoals erkend door het Neurenberger Tribunaal.
Opmerkelijk is dat enkele weken later, namelijk op 1 juni 1999, door leden van de Belgische "Groenen" in het Europese Parlement een officieel voorstel tot wetswijziging indienden om de artikelen 3,4 en 22 van de wet van 3 januari 1933 met betrekking tot het fabriceren, het verhandelen en het dragen van wapens alswel het verhandelen van munitie betreffende uraniumwapens te verbieden.

De humanitaire doelstellingen ( Kosovaren te helpen en te beschermen) die de NATO bij de aanvang van de eerste luchtaanvallen op Joegoslavië aanvoerden, werden tijdens de ruim zeventig dagen oorlog niet gerealiseerd. Ik heb eerder de indruk dat de vluchtelingen, juist door de bombardementen, grotere risico's dan voorheen liepen en dat de barbaarse moordpartijen op de Kosovaren door de terreur van het Milosevic-bewind verergerde.

De oorlog is weliswaar voorbij, maar de vrede moet nog komen.

Drs. C. Fleur


menu | dDH