Kosova en Nederland 1999
Milieuramp blijft uit na bommen op JoegoslaviëPlaatselijk onmiddellijke actie nodig
Door Tammo Hoeksema
Uit Now Future, december 1999Al tijdens de grootschalige bombardementen van de Navo werd gewaarschuwd voor een ecologische catastrofe waarvan de gevolgen zich zouden kunnen uitbreiden tot de stroomafwaarts gelegen Donaulanden Roemenië en Bulgarije. Een werkgroep van de Verenigde Naties heeft na onderzoek ter plaatse onlangs haar eindrapport uitgebracht. Conclusie: van een milieucatastrofe voor de hele regio is geen sprake. Wel is er op een aantal plaatsen onmiddellijk actie nodig om verdere schade aan milieu en volksgezondheid te voorkomen.
Daarbij gaat het zowel om het gevolg van de bombardementen als om jarenlange verwaarlozing van de milieuvervuiling door de industrie. De bommen zijn soms zelfs onbedoeld goed geweest voor het milieu: de toenemende erosie door skiën in het natuurreservaat Kopaonik is tot staan gebracht door het verwoesten van de skifaciliteiten.
Onder de vlag van de zogenaamde Balkans Task Force (BTF, opgezet vanuit het UN Environment Programme (UNEP) en het UN Centre for Human Settlements (Habitat)) heeft een team van zo'n 60 milieuwetenschappers van juli tot oktober op verschillende plaatsen onderzoek gedaan: bij getroffen fabrieken en installaties, bij plekken aan de Donau en zelfs in een aantal natuurreservaten. Op basis van gesprekken met management, lokale overheden en lokale NGO's is een selectie gemaakt van de plaatsen waar ernstige milieuproblemen werden verwacht. Joegoslavië telt veel lokale milieu-organisaties, die volgens de BTF over grote expertise beschikken. Wel hebben ze te kampen met geldgebrek, teruglopende ledenaantallen en een overheid die niet bepaald garant staat voor vrije toegang tot informatie over het milieu. Bodem-, en watermonsters zijn onderzocht in twee mobiele laboratoria, of naar laboratoria in Duitsland en Denemarken gestuurd. Naast medewerkers van milieu-instituten, overheden en VN-organisaties maakten ook experts van milieu-organisaties als het Wereld Natuur Fonds (een organisatie die eerder vrij alarmerende uitspraken over de milieu-effecten van de bombardementen deed), Greenpeace en Green Cross International deel uit van de onderzoeksteams.In het rapport The Kosovo conflict: consequences for the environment and human settlements (Het Kosovo-conflict: gevolgen voor het milieu en woonplaatsen) bevelen de onderzoekers op een aantal plaatsen onmiddellijke maatregelen aan om ernstiger gevolgen voor milieu en mensen in de directe omgeving te voorkomen. Voor een deel is overigens de alarmerende situatie aantoonbaar het gevolg van jarenlange verwaarlozing van het milieu. Het onderscheid tussen chronische vervuiling en de effecten van de NAVO-bombardementen is in veel gevallen moeilijk precies te maken. De BTF vindt dit ook een minder relevant: er is sowieso vanuit humanitair oogpunt internationale hulp nodig. Het gaat hierbij om fabrieken in Pancevo, Kragujevac, Novi Sad en Bor.
Bij Pancevo (80.000 inwoners) ligt een industrieel complex met onder andere een kunstmestfabriek, een raffinaderij en een petrochemische fabriek. Via een kanaal van twee kilometer lang staat dit complex in directe verbinding met de Donau. Het complex is zwaar getroffen. Na de bombardementen viel in de omgeving 'zwarte regen', waardoor grote ongerustheid ontstond bij omwonenden over de volksgezondheid en de effecten op bodem, drinkwater en landbouwproducten. Maar uit het onderzoek bleek dat ook zonder de bombardementen die ongerustheid al terecht zou zijn.
Er blijkt zo'n 2100 ton ethyleendichloride (EDC, een grondstof voor onder andere PVC) in het verbindingskanaal gelopen te zijn. Vanuit dit kanaal komt deze stof nog steeds in de Donau terecht, waar niveaus gemeten zijn van rond 5 keer de norm voor drinkwater. Maar ook in het diepe grondwater komt EDC voor, wat wijst op een vervuiling die al sinds de jaren '60 aan de gang is en mogelijk de drinkwatervoorziening van Pancevo bedreigt. Voor kwik geldt iets dergelijks: bij oude vervuiling zijn drie keer zo hoge gehaltes gevonden als door de 200 kg die na de bombardementen in het kanaal is gelekt.
Door verbranding van een ander kankerverwekkend tussenproduct bij de PVC-bereiding (VCM) zijn vermoedelijk onder andere dioxinen en PAK's in de lucht terecht gekomen. Buiten de directe nabijheid van de brand zijn hiervoor geen verhoogde niveaus gemeten. Dat je in Pancevo alles kunt vinden wat vies en voos is, blijkt ook wel uit het voorkomen van de zogenaamde Pancevokanker onder fabrieksarbeiders, een vorm van leverkanker door blootstelling aan VCM, en het feit dat de kunstmestfabriek haar afvalwater zonder enige zuivering richting Donau loosde.
De onderzoekers bevelen dan ook aan om onmiddellijk het verbindingskanaal met de Donau af te sluiten, en de gevolgen van de langdurige vervuiling voor de drinkwatervoorziening beter te onderzoeken.De Zastava-autofabrieken bij Kragujevac (150.000 inwoners) leveren - in ieder geval op papier - betere milieuprestaties; ze zijn zelfs milieugecertificeerd volgens de ISO 14001-norm. Zwaar giftig afval ligt netjes opgeslagen. En te wachten tot het eind der tijden, want verwerkingsfaciliteiten zijn er in Joegoslavië niet.
Het management en mensen uit de omgeving vreesden dat er grote hoeveelheden PCB's (met name uit de spuiterij en de transformatoren) in de rivier de Lepenica terecht waren gekomen, die 60 km verderop ook weer in de Donau uitmondt. De vervuiling door weglekkende PCB-houdende olie was ten tijde van het onderzoek al grotendeels opgeruimd (en bij de rest van het opgeslagen afval gezet). Verder kwamen er direct rond de getroffen plekken (een betonnen vloer met totale oppervlakte van 400-500 m2) zeer hoge gehalten dioxinen en PCB's voor. Ook werd in de Lepenica 40 keer zoveel PCB's gemeten als het streefniveau voor rivieren in Duitsland. Maar het bleek dat de PCB's in de rivier niet overeenkwamen met de PCB's die tijdens de bombardementen waren vrijgekomen.
Hoogst waarschijnlijk zijn deze PCB's wel afkomstig van de Zastava-fabriek, maar vrijgekomen tijdens de normale productie, ondanks het milieucertificaat. Ook bij een aantal ondergrondse watertanks bleek dat de aangetroffen vervuiling van oudere datum was.De bij Novi Sad (180.000 inwoners) gelegen olieraffinaderij was ook het doelwit van de bommenregen. Ongeveer tweederde van de 150 opslagtanks is geraakt. Twee kilometer van de raffinaderij wordt 60% van het drinkwater van deze tweede grootste stad van Joegoslavië gewonnen, zonder enige bescherming tegen vervuiling van grondwater bij calamiteiten. Na de bombardementen werd gerept van grootschalige vervuiling van de Donau door het weglekken van ruwe olie en olieproducten. In tegenstelling tot de eerder genoemde voorbeelden had men bij deze raffinaderij wel voorzorgsmaatregelen genomen: PCB-houdende olie was weggehaald, net als zoveel mogelijk geraffineerde producten. De resten olie waren vermengd met benzine, om bij een voltreffer ervoor te zorgen dat de boel ontplofte in plaats van weglekte (dat is schoner). Wat er wel weglekte, werd zo snel mogelijk opgevangen en opgeslagen in de resterende tanks.
Daardoor werd op het terrein zelf wel verontreiniging aangetroffen, maar erbuiten niet of nauwelijks. De onderzoekers opperen zelfs voorzichtig dat door het stilliggen van de olieproductie het milieu een beetje kon herstellen. Opmerkelijk genoeg werd er bovenstrooms van de raffinaderij zelfs een verhoogde concentratie PCB's en PAK's gemeten, hoewel de Donau hier als 'schoon' te boek staat.De bewoners van Bor kunnen nog dagelijks het effect van de bombardementen ruiken. Kilometers rond de plaatselijke koperindustrie stinkt het naar zwavel. Het onderzoeksteam voerde haar plaatselijke inspectie luid kuchend uit. Door een gebrek aan elektriciteit ligt de zwavelzuurproductie (een bijproduct van de koperindustrie) stil, en stromen er grote hoeveelheden zwaveldioxide de lucht in. Maar volgens de universiteit van Belgrado gebeurde dit in het verleden ook veelvuldig, net als de verspreiding van zware metalen in het milieu. Een bodemmonster dat bedoeld was ter vergelijking met monsters onder de getroffen installaties bleek extreem hoge concentraties zware metalen als cadmium, arsenicum, lood en zink te bevatten, waarschijnlijk ook afkomstig van langdurige chronische vervuiling. Ook vanuit het dichtbijgelegen Bulgarije is in het verleden regelmatig bericht over vervuiling van de grensoverschrijdende rivier de Timok door de koperindustrie van Bor.
Naast bovengenoemde plekken hebben de onderzoekers ook nog getroffen industrieën onderzocht in Kraljevo, Nis, Novi Beograd, Obrenovac, Prahovo en Pristina. De milieu-effecten bleken hier gering. Wat opviel is dat de schade bij olie-opslag vooral erg meeviel doordat de meeste tanks leeg waren toen ze gebombardeerd werden.
Bij de natuurreservaten is de directe schade niet groot, indirect zal het beheer bemoeilijkt worden doordat er veel onontplofte bommen liggen. Zo is rond het te treffen doel in het nationale park Fruska Gora (de telecomtoren Iriska Venac) een gebied van 30 hectare met zeldzame orchideeën beschadigd. Een gegeven dat het woord 'precisiebombardement' toch weer een geheel nieuwe lading geeft.
Dichtbij het punt waar de Donau Roemenië binnenkomt, liggen twee stuwdammen (Djerdap I en II). Een uitstekende plek om in het ter plekke afgezette slib te meten hoe vuil de rivier is na langs het grootste deel van de gebombardeerde industrieën gestroomd te zijn. Er werd een ophoping van kwik, PAK's en PCB's gemeten. Doordat deze vervuiling zowel onder als boven het laagje cesium- 137 zat dat door de nucleaire ramp bij Tsjernobyl in 1986 in het slib is terechtgekomen, blijkt dat het hier om chronische vervuiling gaat.
Uit de metingen vanaf 1968 blijkt dat de waterkwaliteit in de Joegoslavische Donau de laatste dertig jaar steeds verder is achteruitgegaan. Ironisch genoeg treedt er de laatste jaren een verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater in heel Joegoslavië op, waarschijnlijk een gevolg van de teruglopende industriële productie door de economische sancties. Ook voor het milieu is boycotten dus beter dan bombarderen.Tammo Hoeksema
Verarmd Uranium: verwarring alom
Na gebruik van uraniumhoudende munitie in de Golfoorlog is door vrijwel alle onderzoeksinstituten die zich met het onderwerp hebben bezig gehouden aangedrongen op nader onderzoek naar de gezondheidseffecten ervan. Amerikaanse en Britse Defensiewoordvoerders hebben steeds volgehouden dat zo'n onderzoek niet nodig was.De BTF wilde ook graag onderzoek doen naar de mogelijke effecten van het gebruik van dit soort munitie in Kosovo. Maar ze heeft van de Navo noch een officiële bevestiging noch een ontkenning los kunnen krijgen of en zo ja waar dit soort munitie is gebruikt (af en toe hebben individuele woordvoerders tegen de pers wel concrete voorbeelden genoemd). Het onderzoek is daarom noodgedwongen beperkt gebleven tot een aantal metingen aan getroffen militaire voertuigen, waarbij niets bijzonders is gevonden, en onderzoek van achter het bureau. De onderzoekers sluiten daarom niet uit dat er op niet onderzochte locaties toch mogelijk verontreiniging is opgetreden. Ook bij de overige conclusies houden ze een nogal grote slag om de arm. Ze sluiten risico's in de onmiddellijke nabijheid van door dit soort munitie getroffen voertuigen niet uit, maar gaan ervan uit dat als de verontreiniging over een groter gebied is verspreid, de risico's voldoende afnemen door verdunning. Verder concludeert de BTF dat eventueel besmettingsgevaar geen belemmering voor terugkeer van Kosovaren hoeft te betekenen "mits een aantal voorzorgsmaatregelen worden getroffen". Pas aan het eind van het rapport, bij de aanbevelingen blijkt dat de BTF hierbij onder andere denkt aan het afsluiten van gebieden waar verontreiniging is aangetoond en het voorlichten van de bevolking over de mogelijke risico's.
Een aanbeveling die niet bepaald veel onzekerheid wegneemt.Het UNEP persbericht over het rapport van de BTF is te vinden op http://www.ddh.nl/fy/kosova/news/1999/unep1410.html
Het Laka-rapport Depleted Uranium - a post-war disaster for environment and health (mei 1999) is te vinden op http://www.antenna.nl/~wise/uranium
menu | dDH