[Menu] [dDH]

Kosova en Nederland 1998
Verklaring van het IKV

De internationale gemeenschap moet zijn activiteiten van vredeshandhaving en conflictpreventie in het zuidoosten van het Balkangebied, in het bijzonder in de Federale Republiek van Joegoslavië, intensiveren. Aangezien de belangrijkste oorzaken van de spanningen direct in verband staan met tegengestelde politieke aspiraties van machtige groepen binnen de verschillende nationaliteiten in de regio (Serviërs, Albanezen, Macedoniërs, Montenegrijnen) is er een dringende behoefte aan de inzet van een onafhankelijke internationale aanwezigheid in de regio met een sterk mandaat om oorlog te voorkomen en de vreedzame verhouding te bevorderen. Daarvoor zijn de volgende maatregelen noodzakelijk:
  1. De UNPREDEP, nu ingezet in Macedonië, moet zijn actieterrein uitbreiden naar de Federale Republiek van Joegoslavië. De manier van inzet moet worden aangepast. Het doel zou zijn om de plaatselijke militaire macht terug te brengen tot hun kampen en om de activiteiten van ongeregelde militaire eenheden te stoppen.
  2. Er moet een internationale politiemacht ingezet worden in de regio, bij voorkeur een uitbreiding van de WEU-politiemacht, die nu in Albanië actief is. Deze politiemacht zou toezicht moeten houden op de lokale politie en moeten trainingen geven en adviseren, in het bijzonder in spanningsgebieden. Bovendien zou de internationale politiemacht betrokken moeten zijn bij de rekrutering en selectie van politieagenten om te garanderen dat verschillende nationale groepen gelijkwaardig geïntegreerd zijn in de politiemacht.
  3. Er moet een Hoge Vertegenwoordiger worden benoemd door de VN of de OVSE met kantoren in Belgrado, Skopje, Tirana, Pristina en Tetovo. Zijn/haar sterke mandaat is om de voorwaarden te schappen waardoor een vreedzame communicatie en samenwerking tussen de verschillende gemeenschappen en individuen kan leiden tot een definitieve politieke oplossing. Er moet speciale aandacht gegeven worden aan die krachten in de civiele samenleving die de internationale gemeenschap in deze poging willen ondersteunen.
  4. Er moet een speciale Contactgroep voor de regio worden ingesteld, die bestaat uit de leden van de huidige Contactgroep en de landen die rechtstreeks te maken hebben met de voortdurende botsingen (Joegoslavië, Macedonië, Albanië) inclusief vertegenwoordigers van de Albanese gemeenschappen uit Kosovo en Macedonië. Deze speciale Contactgroep moet optreden als politieke waakhond en als forum voor discussie over politieke oplossingen voor de problemen van de regio.
Interkerkelijk Vredesberaad (IKV)/hCa, Den Haag, 6 maart 1998


[Menu] [dDH]