Provincies en VROM dienen critici van repliek
Windenergie past in duurzame toekomst
15 februari 2005 - Windenergie kan binnen 10 à 20 jaar 15 à 20 procent van onze elektriciteitsvraag dekken. Op langere termijn kan dit aandeel verder oplopen. Daarmee wordt ook een belangrijke bijdrage geleverd aan de Nederlandse verplichtingen in het kader van het internationale klimaatbeleid.
De kosten van deze groei steken gunstig af bij andere duurzame energieopties. Bovendien draagt de markt voor een groot deel de kosten. Uiteindelijk zal de markt ook de nu nog noodzakelijke subsidies overbodig maken. Windenergie biedt verder goede kansen voor een verantwoorde of zelfs aantrekkelijke landschapsontwikkeling. Het aantal windturbines blijft beperkt door het steeds grotere vermogen per turbine. Windenergie past dus in het perspectief van een duurzame toekomst.
Deze punten vormen de kern van de reactie van de provincies en het ministerie van VROM op een kritische beschouwing over windenergie van emeritus hoogleraar prof. dr. P. Lukkes en op eerder verschenen artikelen van andere critici van windenergie.Provincies en VROM werken samen in de Bestuursovereenkomst Landelijke Ontwikkeling Windenergie (BLOW). Voorzitter Calon van de stuurgroep van BLOW, de Landelijke Stuurgroep Ontwikkeling Windenergie (LSOW), vindt ‘dat de critici van windenergie zich baseren op onjuiste en achterhaalde informatie’. “Duurzamere energievoorziening is absoluut nodig. Er wordt alleen gekeken vanuit bestaande, vertrouwde verhoudingen en patronen. De problemen in het klimaat, het milieu en de grondstoffen maken verandering noodzakelijk”, aldus Calon. “Een zinvol debat over windenergie moet gaan over de bijdrage van windenergie aan een duurzame toekomst en de aanvaardbaarheid van de noodzakelijke technische, financiële en maatschappelijke inspanningen om de koers naar zo’n toekomst te verleggen”.
De LSOW-voorzitter gaat uitvoerig in op de kansen voor windenergie, die in Nederland uitstekend passen in een mix van vele opties, waaronder bijvoorbeeld beperking van het energieverbruik. Verder staat hij stil bij de ernst van de klimaatproblemen, de financiële aspecten van windenergie, de landschappelijke effecten en de zorgvuldige wijze waarop de besluitvorming over locaties in Nederland plaatsvindt. Dat betekent niet dat de verdere ontwikkeling van windenergie kritiekloos en ongeremd dient te gebeuren. Calon wijst op de onafhankelijke maatschappelijke kosten-batenanalyse van verschillende duurzame energieopties, waarvan de resultaten in de eerste helft van dit jaar worden verwacht. Zij zullen aanknopingspunten geven voor een actualisering van het beleid voor de middellange en de lange termijn (15 tot 20 jaar). Voor de korte termijn is er volgens Calon echter geen enkele aanleiding voor matiging van de ambities met betrekking tot windenergie. Integendeel, de feitelijke ontwikkeling van geïnstalleerd vermogen – op dit moment al een vermogen van bijna 1100 MW - en de forse schaalvergroting in turbine-ontwerpen roepen eerder de vraag op of met name de BLOW-taakstelling van 1500 MW voor 2010 niet te bescheiden is geweest.
Bron: Interprovinciaal Overleg, www.ipo.nl