Klimaatonderhandelingen in Marrakesh: Meer dan een formaliteit
PERSBERICHT
Na het succes van de klimaatonderhandelingen in Bonn, werd Marrakesh door velen gezien als een formaliteit. De politieke beslissingen van Bonn moesten slechts in officiële conferentieteksten worden omgezet. “De taak van Marrakesh is om de overeenkomst van Bonn in een gedetailleerd handboek vast te leggen”, aldus Michael Zammit Cutajar, de Executive Secretary van de Conventie. Daarnaast moest besloten worden hoe de financiële en technische steun aan ontwikkelingslanden verhoogd kon worden.
In feite leek iedereen zich op te maken voor de politieke hangijzers van de komende jaren: hoe kunnen de Verenigde Staten worden overgehaald om alsnog mee te doen aan een internationaal klimaatregime, wat moeten de nieuwe doelstellingen worden voor de volgende budget-periode (op basis van de nieuwste IPCC-rapporten) en hoe kunnen ontwikkelingslanden worden overgehaald om reductieverplichtingen op zich te nemen?
Echter, de ontwikkelingen tijdens de eerste onderhandelingsweek brachten de Europese milieuorganisaties tot het schrijven van een brandbrief aan hun milieu-ministers. Deze brief, die zij dinsdag 6 november zullen ontvangen bevat de volgende boodschap: ‘kom zo snel mogelijk naar Marrakesh of jullie zullen het verdrag van Bonn bij aankomst niet langer herkennen.’
Een van de ankers van het succes van het verdrag van Bonn, was het stringente handhavingsregime. Japan, Australië, Canada en Rusland doen sinds vorige week echter hun uiterste best om de milieunormen zo soepel mogelijk te houden en de overeenkomst over het handhavingsregime te reduceren tot een voorlopige aanbeveling. Australië bracht een oude koe van stal door wederom te vragen voor een “handhavingsregime zonder strafmaatregelen”.
Maar ook de Europese Unie, in Bonn nog de voortrekker van de internationale klimaatcoalitie, verdient in Marrakesh geen schoonheidsprijs. Ruslands verzoek om het publieke toezicht op het handhavingsregime te verminderen werd ondersteund door de EU. Ook het voorstel van Australië en Canada, dat de jaarlijkse inventarisatie van ‘sinks’ (bossen etcetera, waarvan de opname-capaciteit van CO2 kan worden afgetrokken van de verplichte reductieverplichting) niet hoeft te verwijzen naar de geografische locatie van deze sinks, kon rekenen op begrip van de EU.
De belangrijkste uitkomst van Bonn voor ontwikkelingslanden was de instelling van drie fondsen: het Special Climate Change Fund, het Least Developed Counries Fund en het Adapation Fund. Ontwikkelingslanden, die over het algemeen nauwelijks aan klimaatverandering hebben bijgedragen, ervaren de gevolgen van klimaatverandering reeds aan den lijve. Sommige eilanden in de Stille Oceaan bereiden reeds evacuatie-plannen voor, Mozambique leed onder twee opeenvolgende zware overstromingen en landen in Sub-Sahara Afrika kampen met de nieuwe realiteit van toegenomen droogte. Klimaatverandering dreigt moeizame ontwikkelingsuccessen in korte tijd teniet te doen. Hoewel de urgentie van dit probleem en de westerse verantwoordelijkheid hiervoor door geïndustrialiseerde landen in Bonn erkend werd, valt de omvang van de toegezegde gelden tegen. De Europese Unie, Canada, IJsland, Nieuw Zeeland, Noorwegen en Zwitserland hebben een jaarlijkse bijdrage toegezegd van 410 miljoen dollar. “Alle ontwikkelingslanden krijgen gezamenlijk minder van de totale internationale gemeenschap dan Nederland jaarlijks uitgeeft aan aanpassingsmaatregelen in eigen land”, aldus Derk Segaar van Vereniging INZET. “De fondsen zijn totaal onvoldoende en staan in geen verhouding tot de schade die geleden wordt”. De fondsen omvatten 13% van de 3,3 millard dollar die Afrika tussen 1998 en 2000 is kwijtgeraakt aan officiële ontwikkelingshulp. Bovendien heeft Marrakesh tot dusverre geen mechanisme opgeleverd dat ervoor zorgt dat de beschikbare gelden ook terecht komen waar de nood het hoogst is.
Minister Pronk zal bij aankomst, dinsdagavond in Marrakesh, realiseren dat na het wonder van Bonn, opnieuw een wonder nodig zal zijn om de integriteit van het klimaatverdrag in Marrakesh te handhaven.
Voor meer informatie kunt u Derk Segaar van Vereniging INZET bereiken op Segaar6@hotmail.com.
Vereniging voor Noord-Zuid Campagnes / Association for North-South Campaigns
Keizersgracht 132, 1015 CW Amsterdam
tel. +31 (0)20 – 627 33 39 fax +31 (0)20 – 627 38 39
e-mail admin@inzet.nl web: www.inzet.nl