PROCES VAN DE STAAT DER NEDERLANDEN TEGEN GERARDUS JOHANNES N.
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Arrondissementsparket Den Haag.
Parketnummer 50/71-0034-14.
Woordelijk verslag van het verhoor van Gerardus Johannes N.
door Rechter-Commissaris mr. A.P.Verburg op 23 maart 2014.
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Rechter-Commissaris: Vandaag wil ik u enige vragen stellen
omtrent een natuurontwikkelingsproject bij de uiterwaarden
tussen Culemborg en Vianen in de periode 1999-2002. U heeft
het recht om te zwijgen.
Verdachte: Jawel, edelachtbare.
RC: Punt f. in de aanklacht tegen u luidt: 'het
opzettelijk vernietigen van waardevolle agrarische gronden en
van eeuwenoud cultuurlandschap'. Acht u zich hieraan schuldig?
V: In juridische zin acht ik mij niet schuldig,
edelachtbare.
RC: Bedoelt u daarmee te zeggen 'in morele zin wel'?
V: In morele zin ook niet, edelachtbare.
(Rumoer op de publieke tribune.)
RC: Tekenen van bijval of afkeuring van de kant van de
publieke tribune kan ik niet toestaan. Wilt u zich daarvan
onthouden.
Verdachte, was u op de hoogte van de plannen om de
betreffende uiterwaarden af te graven?
V: Niet in detail, edelachtbare, alleen in grote lijnen.
RC: Zoals al eerder in dit proces vastgesteld is, was u in
de periode 1997-2006 voorzitter van de Raad van Bestuur van
Idyllis B.V. die deze plannen ontwikkeld en grotendeels
uitgevoerd heeft. Is dit plan niet ter sprake geweest op een
bestuursvergadering?
V: Dat zou ik me niet precies kunnen herinneren. Er kwamen
zoveel projecten ter sprake.
RC: Om uw geheugen op te frissen zal ik u een kopie van de
notulen van de bestuursvergadering van 18 september 1998 ter
hand stellen. Kijkt u vooral naar de door mij aangestreepte
passage.
(Overhandiging document en leespauze.)
RC: Onder het kopje 'uiterwaarden project' staat:
"Directeur EB (Externe Betrekkingen - not.) meldt dat in
de lokale pers bepaalde negatieve geluiden te horen zijn. Zo
staat in een hoofdredactioneel commentaar dat het afgraven
'hydrologisch nutteloos' is. In een ingezonden brief wordt
zelfs de term 'cultuur-verwoesting' gebruikt. Het zou Idyllis
'alleen maar te doen zijn om de klei' en er zou nu al 'natuur
in overvloed' zijn. Ook in de gemeenteraad van Culemborg zijn
kritische vragen gesteld.
Besloten wordt dat EB een inventarisatie maakt van alle
kritiekpunten en een royale excursie organiseert voor
journalisten en wethouders naar een geslaagd
natuurontwikkelingsproject." Einde citaat; wat is uw
commentaar?
V: Ja, ja, ehm, nu ik het lees, staat me vaag iets bij.
RC: Wat vindt u van 'cultuur-verwoesting'?
V: Met uw welnemen vind ik dat tamelijk kras uitgedrukt.
RC: Maar wat de essentie betreft?
V: Achteraf gezien was het misschien beter geweest, als
deze ingreep niet had plaatsgevonden. Maar indertijd was
iedereen erg enthousiast.
RC: Wie bedoelt u met 'iedereen'?
V: Nou, het Wereld Natuur Fonds, het parlement, de
toenmalige kroonprins, de pers enzo.
RC: Waar waren die enthousiast over?
V: Dat het veiliger werd en mooier.
RC: Kunt u dat toelichten?
V: Jawel, edelachtbare. Dat de dijk verhoogd werd en dat
er meer natuur kwam.
RC: Hoe bedoelt u 'meer natuur'?
V: Nou watervogels en oerrunderen enzo.
RC: Er graasden toch altijd tientallen koeien en er waren
toch heel veel watervogels en tal van andere dieren?
V: Onze biologen zeiden dat het aanleggen van 'wetlands'
de natuurlijke diversiteit bevorderde.
RC: En klopt dat?
V: Ik wist niet beter dan dat dit zo was. Zij waren
biologen, specialisten. Ik ben ingenieur weg- en waterbouw.
RC: Heeft u nooit andere geluiden gehoord?
V: Edelachtbare, we leven in een democratie, er zijn
zoveel geluiden. Maar ik moet afgaan op de deskundigen.
RC: Bent u nooit ter plekke wezen kijken om u persoonlijk
op de hoogte te stellen?
V: U moet zich voorstellen, edelachtbare, dat ik
voorzitter was van de Raad van Bestuur. Ik had een overvol
programma.
RC: Dan zal ik u een document overhandigen. Het is een
brief van de boeren-natuurgroep 'Waard en Grienden', waarin
zij u bedankt dat u zo vriendelijk was samen met hen de
uiterwaarden te bekijken.
(Overhandiging document en leespauze.)
RC: Herinnert u zich het bezoek nu?
V: Ja, inderdaad. Dank u. Het was me ontschoten.
RC: Op pagina twee, in het midden, staat, ik citeer:
"Het lijkt erop alsof Idyllis de herinnering aan het
boerenbestaan wil wegvagen."
V: Edelachtbare, u moet me geloven, dat is absoluut niet
het geval. De regering, het parlement, de publieke opinie,
allemaal wilden ze meer natuur. Daar hebben wij op gereageerd.
Idyllis is een commercieel ingenieurs- en adviesbureau en
uitvoerder van werken. Wij moeten toch doen wat ons gevraagd
wordt.
RC: Er werd gevraagd om meer natuur en u leverde plannen
waardoor er minder natuur kwam. En voerde ze vervolgens uit.
V: Bij de uitvoering waren ook andere aannemers betrokken,
edelachtbare. Hadden wij het niet gedaan, dan hadden andere
aannemers en andere adviesbureaus direct onze plaats
ingenomen. Idyllis had in die tijd meer dan 7.000 werknemers.
Moet u zich voorstellen: 7.000 gezinnen. Daar moest brood op
de plank komen, edelachtbare. En nogmaals, als u mij toestaat,
we speelden in op een maatschappelijke behoefte.
RC: Dan wil ik u nu confronteren met de bestuursnotulen,
eens kijken. (RC is enige tijd aan het zoeken - not.) Ja, hier
heb ik ze. De notulen van 14 januari 1995. Het gaat om een
overleg dat binnenkort plaats zou vinden met verschillende
ministers en met de minister-president.
(Overhandiging document en leespauze.)
RC: Ziet u de aangestreepte passage? Ik citeer: "Het
lijkt van belang dat de bestuursdelegatie wijst op de win-win-
situatie van meer natuur en goedkope klei voor de
dijkverzwaring." Verderop, bij het volgende agendapunt,
staat: "EB (Externe betrekkingen - not.) dient bij de
presentatie van de plannen de nadruk te blijven leggen op het
natuurbelang en telkens te onderstrepen dat het om een
natuurontwikkelingsproject gaat." wat is hierop uw
commentaar?
V: In die tijd was ik nog geen voorzitter van de Raad van
Bestuur.
RC: Dat is mij bekend. U was toen directeur
Natuurontwikkeling en blijkens de notulen aanwezig op deze
vergadering.
V: Aanwezig wel, edelachtbare, maar eerder als toehoorder.
RC: Nogmaals: wat is uw commentaar op de inhoud van het
door mij geciteerde?
V: De firma zocht altijd naar argumenten die gewicht in de
schaal zouden leggen, in verband met de continuïteit van
het bedrijf.
RC: Ik wil nog even teruggaan naar de uitspraak van 'Waard
en Grienden', ik citeer: "Het lijkt erop alsof Idyllis de
herinnering aan het boerenbestaan wil weg..."
V: Dat is pertinent onjuist.
RC: Wilt u mij niet interrumperen en alleen iets zeggen
als ik u daarom vraag.
V: Jawel, edelachtbare.
RC: Mijn vraag is deze: Kunt u zich voorstellen dat
landbouwers die vele generaties lang met grote inspanning en
tot volle tevredenheid de uiterwaarden verzorgd hebben,
gekwetst waren door de plannen van uw bedrijf om deze
uiterwaarden volledig van karakter te veranderen?
V: Ik heb altijd bijzonder meegeleefd met de problemen van
de boeren.
(Rumoer op de publieke tribune.)
RC: Als u zich niet rustig houdt laat ik de tribune
ontruimen. Verdachte gaat u verder.
V: Waar was ik gebleven. Ja, mijn grootouders van moeders
kant waren zelf boeren. Ik heb niets, maar dan ook helemaal
niets tegen boeren. Nooit gehad ook.
(Rumoer op de publieke tribune. RC hamert.)
RC: Stilte, laatste waarschuwing voor de tribune.
Toch ging u eeuwenoud boerencultuurland omzetten in iets
volstrekt anders. Drong het dan niet tot u door dat u daarmee
het boerenkarakter van dit land vernietigde.
V: Daar werd om gevraagd door het publiek.
RC: En u voerde dat kritiekloos uit?
V: Ik was maar een tussenschakel tussen de opdrachtgevers
en de aannemers. Meer niet.
RC: Dan wil ik het hierbij laten voor vandaag.
Morgenochtend tien uur worden de verhoren voortgezet, hier in
deze zaal.
|