Land en Stad - Maandblad
  februari 2003
Overzicht februari - Boeken - Archief - Publikatielijst - Landbouwsite - Duurzaamsite - dDH - Links - Verder >>  
 
________    
____
 
 
RADICALE BOERENDEMOCRATIE  
 
Zuid-Indiase plattelandsorganisatie maakt mooie woorden waar

bijvoorbeeld Yedakulapally - fraaie woorden in praktijk gebracht - voedselhulp in eigen hand - onderwijs en onderzoek - verzet tegen grootschaligheid - verantwoording
 
Het lijkt wel een sprookje, maar het is echt waar. Enkele duizenden boerinnen van de armste families uit een zeer arme landbouwstreek in Zuid-India hebben de laatste jaren hun oogsten verveelvoudigd. Georganiseerd in boerinnengroepen per dorp maken zij - met hulp van buitenaf - zélf plannen hoe ze hun akkers vruchtbaarder gaan maken. Vervolgens organiseren zij dit werk zélf en voeren het grotendeels ook zelf uit. Zélf kiezen ze enkele vrouwen uit hun midden die toezicht houden. Ondertussen bemoeien zij zich ook met deelstaat-politiek, om te voorkomen dat de globaliseringswals al hun werk teniet zal doen. Om hun ervaringen te delen en discussies te stimuleren maken deze merendeels ongeletterde vrouwen zelf geluidsbanden en video's. Binnenkort gaat hun eigen radiostation de lucht in. Praktische landbouwprogramma's zullen zij afwisselen met originele discussies over de politiek ontwikkelingen.
 
 
Laten we bij het begin beginnen. Twintig jaar geleden besloten zes deskundigen zelfstandig een ontwikkelingsproject in het midden van Zuid-India voort te zetten dat wegens geldgebrek stil kwam te liggen. Zij richtten de Deccan Development Society (DDS) op voor het Medak-district, tachtig kilometer ten noorden van Hyderabad, de hoofdstad van de deelstaat Andhra Pradesh. De bedoeling was in de dorpen boerinnengroepen te vormen, deze allerlei landbouwtechnieken bij te brengen en projecten uit te laten voeren. De nieuwe Society trok veel enthousiaste deskundigen uit de stad, van bosbouwexperts tot feministen, van milieukundigen tot landbouwingenieurs. Maar toen het nieuwe eraf was vertrok helaas de een na de ander. Ze konden de stad maar lastig missen. Nieuwe deskundigen waren moeilijk te vinden en nog moeilijker vast te houden. De Society besloot daarop het ontwerpen van de plannen, de organisatie van de uitvoering en ook het toezicht zoveel mogelijk in handen te leggen van de dorpsbewoners zelf. Ook nam zij het besluit heel veel aandacht aan scholing te besteden, om zo aan honkvaste lokale boeren- deskundigen te komen.
 
De Society richt zich op de armste boeren. Dat wil in de praktijk zeggen op Dalit boerinnen. Dalits, ook wel kastelozen, onaanraakbaren of paria's genoemd, staan in India helemaal onderaan de maatschappelijke ladder. Ze vallen zelfs buiten het kastesysteem. Dalit boeren hebben meestal kleine stukjes grond van slechte kwaliteit, ver buiten het dorp 1.
In 75 dorpen heeft de DDS boerinnengroepen met in totaal zo'n 5000 leden. De groepen leggen gezamenlijk kleine dijkjes aan om het wegspoelen van humus te voorkomen, graven greppels en sloten om het schaarse regenwater op te vangen (water oogsten), halen stenen en stukken rots uit het land en brengen stalmest op. Op deze manier is ruim 4000 hectare akkerland opgeknapt waarbij de opbrengsten gemiddeld vervijfvoudigden. Een hectare levert nu gemiddeld 625 kilo graan op. Iedere boerin heeft nu gemiddeld 400 kilo extra graan per jaar voor haar gezin.
 
 
Bijvoorbeeld Yedakulapally
 
De meeste inwoners van het dorpje Yedakulapally zijn Dalit. De meeste van hun akkers zijn van bedroevend slechte kwaliteit. Ze liggen vaak kilometers ver van het dorp; er zitten zoveel stenen in de grond dat ploegen bijna onmogelijk is en veel vruchtbare humus is al weggespoeld. Juist op dit soort gronden hebben grote bedrijven een oogje. Ze kunnen deze vaak voor een appel en een ei opkopen en vestigen er dan grote gemechaniseerde landbouwbedrijven, die veel kunstmest, bestrijdingsmiddelen en grondwater nodig hebben en weinig landarbeiders.
Gelukkig had Yedakulapally al vijf jaar een actieve en hechte Dalit boerinnengroep. Deze riep de hulp in van de DDS omdat de Dalit vrouwen bang waren dat hun mannen de grond zouden verkopen. Als de akkers veel meer op zouden brengen - zo was hun redenering - zouden de mannen het wel uit hun hoofd laten ze van de hand te doen.
De DDS belegde twee series vergaderingen, één om een kaart te maken van de akkers en een tweede om af te spreken wat waar zou moeten gebeuren. De vrouwen maakten een schatting van de kosten voor het rapen van de stenen, het aanleggen van de dijkjes en graven van de sloten en voor de stalmest. De helft van de kosten werd gedragen door de DDS, een kwart betaalden de vrouwen meteen en een kwart later. De vrouwen werden betaald voor het zware werk dat ze gezamenlijk verrichtten. In totaal namen zij 30 hectare onder handen.
Een groep van vijf vrouwen en twee mannen uit het dorp hielden toezicht op het werk en vanuit de DDS onderhield een Dalit jongeman uit de streek het contact. Zeven jaar geleden werkte hij nog als lijfeigene. Hij is de eerste die afgestudeerd is aan de DDS School voor Permacultuur en Duurzaamheid.
Helaas werkte het weer niet mee. Twee oogsten gingen verloren; de eerste door droogte en de tweede door zware regenval. Toch lieten de Dalit vrouwen de moed niet zakken. Zij zijn het erover eens dat de grond er nu prachtig bijligt en zijn blij dat er aanmerkelijk minder zaad nodig is, nu er geen stenen meer op de akkers liggen. Van het dorp kregen de vrouwen twee stel ossen, zodat ze voor het ploegen niet meer afhankelijk zijn van de rijkere boeren 2.

 
Fraaie woorden in praktijk gebracht
 
Opmerkelijk genoeg bestaat het fundament van de DDS-aanpak niet uit een speciale landbouwkundige aanpak, maar uit een radicale visie op democratie. De Society legt er de nadruk op dat zeggenschap over de zaden, het water en de aarde, organisatie van de voedselproductie, verkoop van de opbrengsten, beheer van de reserve-voorraden voedsel en ook de lokale media in handen moeten komen van de boerinnen zelf. Vrouwen dienen een gelijkwaardige positie te krijgen, het milieu mag niet geschaad worden en de kennis van de bevolking moet op haar waarde geschat worden. De kracht van de DDS bestaat hierin dat ze deze fraaie woorden in de praktijk weet te brengen.
Als de Society met een groep vrouwen (en soms ook mannen) definitief in zee gaat om een aantal akkers op te knappen, sluit ze een contract met de dorpsbewoners. Deze verplichten zich de komende tien jaar geen grond te verkopen aan buitenstaanders, en voedsel voor eigen gebruik en de lokale markt te produceren in plaats van landbouwgewassen voor de voedingsindustrie zoals bijvoorbeeld suikerriet, katoen of zonnebloemen. Verder beloven ze geen kunstmest of chemische bestrijdingsmiddelen te gebruiken en tien procent van de opbrengsten op een gezamenlijke bankrekening van het dorp te storten voor het onderhoud van de dijkjes en sloten.
 
De DDS wijst de gangbare aanpak van wateropvangprojecten van de hand. Daarbij worden weilanden en bossen aangelegd op de hoogstgelegen gronden. Deze vangen het water op dat vervolgens doorsijpelt naar beneden. De rijkere boeren met de lager gelegen akkers profiteren van dit water. Zij zijn nu in staat gewassen te telen voor de verkoop omdat zij leningen kunnen sluiten en dan over kunnen schakelen op chemische landbouw en monocultuur.
De armere boeren bezitten echter de schrale gronden op de toppen van de heuvels. De Deccan Development Society kiest ervoor de opbrengsten van juist deze akkers te verbeteren door op een kleinschalige manier het water dààr op te vangen en ter plekke te benutten.
 
 
foto uitdelen noodvoedsel
Uitdelen van voedsel in noodsituaties.
 
 
foto zaadbank
De beheerster van de dorpszaadbank met ruim 25 graansoorten.
Dorpsbewoonsters kunnen bij haar graan lenen en moeten dan na
de oogst anderhalf à twee keer zoveel zaad teruggeven.
 
 
Voedselhulp in eigen hand
 
Ieder jaar zijn er in ieder dorp een groot aantal gezinnen die enkele maanden voedselhulp van de staat nodig hebben om niet te verhongeren. De DDS heeft het van de deelstaat gedaan gekregen dit graan niet van de landelijke overheid te betrekken, maar lokaal te laten verbouwen. In 32 dorpen doen in totaal 1600 vrouwen mee met dit alternatieve voedselhulp- programma. Duizend hectare, meest braakliggend akkerland, hebben zij opgeknapt (betaald werk) waarvan zij nu jaarlijks 800.000 kilo sorghum oogsten. Per boerin komt dit neer op 1000 extra maaltijden per jaar. Ook leveren de akkers voor 6.000 runderen voer op. Het graan wordt in ieder dorp apart opgeslagen en verdeeld. Door dit project is het nu voor iedereen zonneklaar dat steun van de nationale overheid niet nodig is om honger te voorkomen. Talloze arme gezinnen die anders naar de grote stad getrokken zouden zijn, kunnen nu in de streek blijven wonen.
 
 
foto zelfgebouwde school
Klaslokalen gebouwd door leerlingen uit plaatselijke materialen.
 
 
foto dorpsonderzoek diversiteit
Uitgebreide discussies over de biodiversiteit van het dorp.
 
 
foto radiostudio
Binnenkort gaat het radiostation de lucht in; interviews en
discussies in eigen taal over eigen onderwerpen.
 
 
Onderwijs en onderzoek
 
De Society heeft een eigen school, waar jongeren van 9 tot 15 jaar overdag en ouderen 's avonds leren timmeren, pottenbakken, metselen en naaien. Ook krijgen ze les in kruidengeneeskunde, landbouw-ecologie en traditionele danskunst. Geluidsbanden en video's worden veel gebruikt. Bij de school is een geluidsstudio. Enkele Dalit vrouwen ondervragen volwassenen met de bandrecorder over traditionele boerenkennis en maken opnamen van allerlei discussies. Zo laten zij bijvoorbeeld horen hoe je insekten kan bestrijden door de gewassen te bespuiten met verdunde melasse van het eigen suikerriet. (De zoetigheid trekt mieren aan die de insekten opvreten.) Of zij leggen uit hoe je uit bladeren van de neemboom een natuurlijk en krachtig bestrijdingsmiddel kan maken, of hoe je insekten kan weren uit de opslag van mungbonen (bekend van de taugé) door ze te mengen met gierst. De kleine gierstkorrels vullen de ruimte tussen de grotere mungbonen, zodat er voor insekten geen plaats is.
Ook is er een wetenschappelijk centrum, waar reguliere wetenschappers welkom zijn. Zij kunnen hier onderzoek doen naar de oude boerenkennis. Het is niet de bedoeling dat zij adviezen gaan geven aan de boerinnen.
 
De Society gaat dorpen af om een overzicht van de lokale biodiversiteit te maken. Een groot raster wordt er op een stuk harde grond gekrast met hokken van zo'n 20 bij 20 centimeter. Aan de ene zijkant komen allerlei gewassen en kruiden te liggen aan de andere kant kaartjes met tekeningen van eten, veevoer, kookvuur enzovoort. De dorpsbewoners bespreken dan met elkaar hoe belangrijk iedere plant is voor iedere functie en geven de waarde in het desbetreffende vakje aan met een aantal stenen. De discussies duren een of twee dagen of soms nog langer. De uitkomst wordt schriftelijk vastgelegd. Zo helpt de DDS gemeenschappelijke dorpskennis op te bouwen.
 
In dertig dorpen beheren lokale boerinnengroepen een levende dorpsgenenbank, waarmee ze tientallen oude gewassen en speciale variëteiten voor iedereen beschikbaar houden, die anders uit het dorp verdwenen zouden zijn. Ook beschikken dertig dorpen over tuinen met soms wel zestig verschillende soorten geneeskrachtige kruiden.
 
 
Verzet tegen grootschaligheid
 
De deelstaat Andhra Pradesh heeft een prachtig voorbeeld in huis van hoe het platteland zich kan ontwikkelen op een manier dat ook de armste boeren daarvan meeprofiteren. Toch dromen de politici nog steeds van grootschalig, industrieel en commercieel. Dit blijkt uit hun 'Vision 2020' waarin zij pleiten voor een soort tweede Groene Revolutie met de hulp van genetisch gemanipuleerde zaden. Tienduizenden kleine boerenbedrijven zullen dan echter over de kop gaan. Vandaar dat de DDS zich samen met andere organisaties verzet tegen dit spiksplinternieuwe, maar eigenlijk nu al achterhaalde plan van de deelstaatregering. De 5000 actieve DDS-boerinnen vormen een krachtige pressiegroep, waar de regering niet makkelijk omheen kan.
 
Verantwoording
Dit artikel is geschreven op basis van de uitvoerige en informatieve website van de Deccan Development Society (www.ddsindia.org.in) en het artikel 'A Global Village' van Brewster Kneen in de Ram's Horn - a monthly newsletter of food system analysis van december 2002. (www.ramshorn.bc.ca) Kneen bracht een uitgebreid bezoek aan het project.
De foto's heb ik van de beide websites geplukt.
 
Noten
1. De Dalits hebben deze akkers vroeger gekregen van de toenmalige adellijke heersers bij wijze van betaling voor bepaalde diensten, of verworven bij de landhervormingsprogramma's
na de onafhankelijkheid. In de meer vruchtbare streken in India is veel grootgrondbezit en zijn kleine boeren dan ook meestal pachters. terug
2. Dit kader is volledig gebaseerd op het uitvoerige artikel 'Dalit Watersheds'; P.V. Satheesh, directeur van de Deccan Development Society; zonder datum, waarschijnlijk geschreven in 1997; http://ddsindia.org.in terug
 
*          *           *

Over enige tijd verschijnt de volgende serie artikelen. Wil je een seintje wanneer deze er zijn, stuur dan een berichtje naar: jpsmit@xs4all.nl
Reacties naar het zelfde e-mailadres.
 
Voor een overzicht van alle uitgaven - ook om te downloaden of te bestellen - zie: publikatielijst
 
*          *           *

Verder naar het volgende artikel >>
<< Terug naar het begin van dit artikel.
Naar  overzicht  februari.
 
 


_
___