Land en Stad - Maandblad
  maart 2001
Duistere Machten - Archief - Overzicht maart - Landbouwsite - Duurzaamsite - dDH - Links - Verder >>  
 
________    
____
 
 

BOERENLANDBOUW HEEFT DE TOEKOMST  
 
Franse organisatie van kleine boeren is optimistisch
 
 
Boerenlandbouw is dat nog mogelijk, heeft dat nog toekomst? Landbouw in boerenhanden, waarbij de boeren zélf de belangrijkste beslissingen nemen, in plaats van de bank en de politiek. Waarbij de bedrijven niet onmetelijk groot zijn, maar waarbij de boeren nog hun akkers, weiden en dieren kennen. Een landbouw, waar de boeren geen goedkope bulk leveren of nauwkeurig gespecificeerde kunstmatig opgekweekte groenten aan reusachtige, oncontroleerbare concerns, maar waarbij ze typische streekprodukten leveren met een duidelijke eigen smaak en een eigen karakter?
Zou dat mogelijk zijn en niet alleen in de marge, maar zou deze landbouw in de nabije toekomst dé landbouw kunnen worden?  Zonder dat we daarvoor terug moeten naar vroeger? Want dat is niet mogelijk en dat zou ook geen boer willen.
 
Volgens de Confédération Paysanne, een grote organisatie 1 van kleine boeren in Frankrijk is boerenlandbouw geen vage toekomstdroom. Schapenboer uit de Larzac (Zuid-Frankrijk) en voorman van de  Confédération, José Bové, is ervan overtuigd dat het mogelijk is de "industriële landbouw, die op dit moment door iedereen met de vinger nagewezen wordt, te isoleren." De biologische boeren, de boeren van de Appelations d'Origine Contrôlées 2 en de kleine boeren die het roer willen omgooien van de Confédération zijn daartoe gezamenlijk in staat. De praktische boerenkennis en de organisatie-ervaring van de afgelopen twintig jaar die de organisaties in huis hebben, maken het mogelijk de ernstig verontruste consumenten een alternatief te bieden voor het onbetrouwbare supermarktvoedsel. Namelijk: smakelijke, gezonde en herkenbare produkten, afkomstig van echte, niet- industriële boerenbedrijven.
 
 
Handvest
 
Vanaf 1993 heeft de Confédération zich intensief bezig gehouden met de vraag hoe de boerenlandbouw er in de praktijk uit zou kunnen gaan zien. In 1998 mondde deze discussie uit in een Handvest. De Confédération heeft vanaf het prille begin in nauw contact gestaan met maatschappij-kritische mensen en organisaties. Het is daarom ook niet verwonderlijk dat het Handvest begint met de vraag wat de samenleving eigenlijk verlangt van de boeren. Op de eerste plaats natuurlijk gezond en veilig voedsel, maar ook een leefbaar platteland, goed verzorgde landerijen, een fraai landschap en een rijke natuur.
Het Handvest benadrukt dat de boeren zich moeten richten op kwaliteitsvoedsel en dat de consumenten er recht op hebben precies te weten hoe hun voedsel geproduceerd is, van het begin tot het eind. Ook zouden boeren intensief moeten samenwerken met plattelandsbewoners die niet boer zijn, ze zouden de natuur moeten ontzien en zich inzetten voor het behoud van zoveel mogelijk variëteiten van gewassen en dieren.
Om al deze verschillende taken te vervullen zijn er veel boeren nodig. Dat betekent dat zowel de boeren als de overheid er naar moeten streven zoveel mogelijk mensen als boer een bestaan te gunnen. Dat vereist een herverdeling van de produktie-quota, een verkleining van de grote bedrijven en een beperking van de mechanisering.
Verder moeten boeren meer bewegingsruimte hebben. Niet om naar eigen goeddunken te doen en te laten wat ze willen, maar om in goed overleg met de andere boeren in de streek, met de streekbewoners die geen boer zijn en met de boerenorganisaties zelf hun besluiten te nemen.
 
De Confédération benadrukt dat iedere boer het recht heeft landbouw te bedrijven; dat de politieke regels dáárop afgestemd dienen te worden. Zij verfoeit de huidige specialisering waarbij verschillende streken in Frankrijk zich richten op één produkt en waarbij in andere regio's de landbouw praktisch verdwijnt. Iedere streek heeft recht op haar eigen landbouw.
De Confédération accepteert geen tweedeling in de landbouw, waarbij grote industriële bedrijven zich richten op een zo groot mogelijke (export)produktie en waarbij de kleine boeren het landschap mogen onderhouden. Zij gruwt van het idee dat kleine boeren romantisch, als in een openluchtmuseum, nostalgische gevoelens bij de toeristen op moeten wekken. De boerenlandbouw dient net zo goed economisch rendabel te zijn. En daarvoor zal de economie aangepast moeten worden. De politiek zou zich bij iedere landbouwmaatregel af moeten vragen of deze de ontwikkeling naar een boerenlandbouw bevordert of juist bemoeilijkt.
 
 
Lijnrecht tegenover de WTO
 
Tenslotte stelt het Handvest dat overheid, boerenorganisaties en individuele boeren telkens weer stil moeten staan bij de gevolgen van wat zij besluiten of doen voor de lange termijn en voor boeren in andere landen, met name voor die in de Derde Wereld.
De Confédération is van mening dat ieder volk, iedere staat het recht heeft haar landbouw te beschermen om er zeker van te zijn dat er voldoende eten zal zijn voor de bevolking. En dat iedere boer, waar ook ter wereld, het recht heeft eraan mee te werken de bevolking van haar of zijn land van eten te voorzien. Vandaar dat de Confédération zich lijnrecht opstelt tegenover de WTO, tegenover de globalisering van de grote multinationale concerns.
 
François Dufour, melkveehouder uit Normandië en landelijk secretaris van de Confédération, wijst erop dat het Handvest geen 'model' is. "Het is een visie, een andere kijk op het vak. Er zijn biologische boeren bezig met boerenlandbouw, en ook niet biologische boeten, graanboeren en varkensboeren en die werken allemaal vanuit hetzelfde gevoel."
Het Handvest is ook geen theoretische constructie: "Het is de vrucht van meer dan twintig jaar kritisch nadenken en dag in dag uit bewijzen we op onze boerderijen dat het landbouwkundig en economische mogelijk is."
 
Als je kijkt waar de Confédération allemaal over nadenkt en op welke onderwerpen zij actie onderneemt, moet je wel tot de conclusie komen dat zij niet sec een vakbond van boeren is. Bové: "Het is een fundamentele stap in de vakbondsgeschiedenis dat een bond zich niet beperkt tot de arbeidsomstandigheden, het inkomen, en de werkgelegenheid, maar zich afvraagt wat zij eigenlijk wil bereiken op sociaal en ecologisch terrein." Waar Dufour trots aan toevoegt: "Aan de kop van de eerste wereldwijde demonstratie van vakbonden en milieuorganisaties (in Seattle) liepen er ook boeren! Dat is van levensgroot belang voor alle landen van het Zuiden waar de meerderheid van de bevolking nog boer is."
 
Bron en noten
Le Monde n'est pas une Marchandise - des paysans contre la malbouffe; José Bové en François Dufour geïnterviewd door Gilles Luneau; Éditions la Découverte; Parijs 2000; ISBN 2-7071-3206-3; 95 franc. Pagina 185-189, 211, 230-235. Zie: www.confederationpaysanne.fr
 
Engelse versie
The World is not for Sale - farmers against junk food; José Bové en François Dufour geïnterviewd door Gilles Luneau; Verso; Londen, 2001; ISBN 1-85984-614-9.
 
1. In 1995 verwierf de Confédération Paysanne ruim 20 procent van de zetels in het Franse landbouwschap. De FNSEA, min of meer vergelijkbaar met de LTO in Nederland, viel terug naar 60 procent. terug
2. Keurmerk voor streekprodukten met nauwkeurige produktieregels, bekend van de wijn. terug
 
*          *           *

Begin april verschijnt de volgende serie artikelen.
Reacties naar: jpsmit@xs4all.nl
 
 
Verder naar het volgende artikel >>
<< Terug naar het begin van dit artikel.
Naar  overzicht  maart.
 
 
 


_
___