[Date Prev][Date Next][Thread Prev][Thread Next][Date Index][Thread Index]
[Duurzaamlijst] Studiedag ' Milieugebruiksruimte en andere indicatoren voor duurzame ontwikkeling'. De vraag naar participatie en educatie
Op 15 december organiseert het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling (CDO) van
de Universiteit Gent een studiedag over "'Milieugebruiksruimte en andere
indicatoren voor duurzame ontwikkeling'. De vraag naar participatie en
educatie."
Voor meer informatie en het programma van de studiedag verwijzen we graag
naar de website (http://cdonet.rug.ac.be/Ned/Studiedagen/IDO-EDU/).
- - - - - -
Indicatoren: meten is weten
Met betrekking tot duurzame ontwikkeling wordt reeds geruime tijd het
gebruik van indicatoren bepleit. De indicatoren voor duurzame ontwikkeling
(IDO's) moeten de maatschappelijke evoluties meetbaar maken. Beleid en
prestaties van actoren kunnen dan geëvalueerd worden op basis van
kwantitatieve doelstellingen (normen).
In het verlengde daarvan kunnen indicatoren de besluitvorming sturen
(toetsen van beleidskeuzen, prioriteitstelling,.).
Het CDO bestaat nu ruim vijf jaar en heeft in die periode heel wat onderzoek
verricht naar de ontwikkeling en het gebruik van indicatoren voor duurzame
ontwikkeling. Op deze workshop wil het CDO de bevindingen presenteren van
twee onderzoeksprojecten. Daaraan willen wij een aantal voorstellen koppelen
met betrekking tot educatie, vorming en participatie van stakeholders.
Eén onderzoeksproject focust op de ontwikkeling van een duurzaamheidsmeter
voor een stad. De vraag is dan of men met een relatief beperkt aantal
indicatoren een betrouwbaar oordeel kan vormen over de 'duurzaamheid' van
het stedelijk beleid. Of: met welke waarnemingen (data) dekt men de complexe
lading 'duurzaam'? En: wie beslist daarover ?
Een ander onderzoeksproject focust op de berekening van de
milieugebruiksruimte, t.t.z een norm of stelsel van normen voor voor
milieudruk (emissies, grondstofgebruik, landgebruik, e.d.). Hier kampt men
met vragen als: welke risico's willen wij nemen, wat is billijk ten opzichte
van de toekomstige generaties?
Objectief en subjectief
Hoewel men gebruik maakt van objectieve waarnemingen, blijven indicatoren
een subjectief gegeven. De waarnemingen worden immers geïnterpreteerd in
functie van bepaalde bekommernissen, en het blijft steeds de vraag of een
indicator of een collectie van indicatoren voldoende zegt over de
bekommernis die men viseert. Een selectie van IDO's waarmee men de
duurzaamheid van een stad of haar beleid wil meten is dus een subjectieve
keuze.
Hetzelfde geldt voor de kwantificering van doelstellingen. Hoe vertaalt het
streven naar een gewenste milieukwaliteit zich in een kwantitatieve
milieugebruiksruimte?
Kortom: hoe gaan we om met subjectiviteit?
Participatie in besluitvorming
Het CDO zocht het antwoord in participatie. Als er dan toch subjectieve
keuzen moeten worden gemaakt, dan is men beter af met keuzen die door de
maatschappij worden gedragen. Dus moeten de betrokkenen (stakeholders)
participeren in de selectie van indicatoren of de normering. In integrated
assessment spreekt men dan van coöperatief ontwerpen (co-design).
Het spreekt vanzelf dat co-design vraagt om een goede omkadering, om
methoden die toegankelijk zijn voor een relatief breed publiek. Het
onderzoek van het CDO terzake geeft alvast aan dat co-design niet kan zonder
'inwijding' van de stakeholders in de materie: duurzame ontwikkeling,
indicatoren en normen.
Hoe moet dat met die inwijding? Het CDO had graag van gedachten gewisseld
met mensen uit de educatieve sector.
----------------------------
Voor meer informatie en het programma van de studiedag verwijzen we graag
naar de website (http://cdonet.rug.ac.be/Ned/Studiedagen/IDO-EDU/), of naar
Jo.Vanassche@rug.ac.be
Met vriendelijke groeten,
Stefan Deconinck
Wetenschappelijk medewerker.
winmail.dat