Woord vooraf (juni1993)
Aan het begin van de Conferentie over Milieu en Ontwikkeling van de Verenigde Naties (United Nations Conference on Environment and Development - UNCED) die in juni 1992 in Rio de Janeiro werd gehouden liepen de verwachtingen uiteen. Sommigen dachten dat, nu vrijwel alle landen van de wereld op het hoogste niveau bijeenkwamen om afspraken te maken in het belang van een mondiale duurzame ontwikkeling, de zaken na Rio daadwerkelijk ten goede zouden keren. Anderen zagen in UNCED niet veel meer dan een inhoudsloze vertoning die het gebrek aan politieke moed en daadkracht zou moeten verdoezelen door middel van veel verbaal geweld en optredens voor de camera.
Nederland heeft zowel in het voorbereidingsproces als tijdens de Conferentie zelf geopereerd in het spanningsveld tussen die twee uitersten. Sommige ontwikkelingen gaven reden tot hoop, maar regelmatig stokte het proces doordat deze of gene delegatie niet bereid was concessies te doen.
Is UNCED een succes geweest? Op het eerste gezicht lijkt het misschien alsof de sceptici gelijk hebben gehad. Wat is er immers sinds juni vorig jaar ten goede veranderd? Is het milieu er beter op geworden? Zijn de lidstaten van de Verenigde Naties inmiddels alle overgestapt naar een proces van duurzame ontwikkeling? Zijn de problemen van honger en armoede wezenlijk dichter bij een oplossing gekomen? De vraag stellen is haar beantwoorden.
Niettemin kijken wij positief terug op de Conferentie. We hebben nu immers materiaal om mee te werken. Het UNCED-proces heeft een aantal belangrijke documenten opgeleverd als basis voor het in gang zetten van noodzakelijk nieuw beleid en voor het uitvoeren van reeds geformuleerd beleid: De Verklaring van Rio de Janeiro inzake milieu en ontwikkeling, Agenda 21, de Verklaring inzake het beheer en behoud van bossen, het Raamverdrag inzake klimaatverandering en het Verdrag inzake biologische diversiteit. De twee verdragen zijn tijdens UNCED massaal ondertekend, de andere documenten zijn bij consensus aangenomen.
De sceptici zullen er op wijzen dat papier geduldig is, en dat je met een stapel teksten alleen de wereld niet kunt veranderen. Daarin hebben ze gelijk. Maar het gaat niet om een stapel papier alleen. De documenten van Rio de Janeiro zijn het resultaat van langdurige onderhandelingen tussen alle landen, tot op het hoogste politieke niveau. Thans ligt vast dat de wereldgemeenschap erkent dat twee van de grootste problemen waar onze wereld mee te kampen heeft, namelijk de onttakeling van het milieu en de armoede en sociaal-economische ongelijkheid in samenhang moeten worden aangepakt. Sinds juni 1992 kunnen we ons bij het voorbereiden en uitvoeren van het beleid baseren op de consensus van Rio.
Niet dat het gemakkelijk zal zijn. Mondiale duurzame ontwikkeling vraagt om radicale veranderingen, vooral in het geïndustrialiseerde deel van de wereld, bij ons dus. Zaken die lange tijd als vanzelfsprekend werden beschouwd zullen ter discussie moeten worden gesteld. We zullen onze visie op de samenleving moeten herzien, niet alleen op de mondiale samenleving, maar ook op de eigen, Nederlandse samenleving. Dat is nodig, niet alleen voor onszelf, maar ook ten behoeve van de kinderen aan wie wij deze wereld moeten overdragen.
Om dat proces van heroriëntatie te bevorderen dienen zoveel mogelijk mensen inzicht te krijgen in de resultaten van UNCED. Eén van de manieren om dat te bereiken is er voor te zorgen dat de documenten beschikbaar komen in de eigen taal.
Voor u ligt de Nederlandse vertaling van de UNCED-documenten. De Verklaring van Rio de Janeiro inzake milieu en ontwikkeling bevat zevenentwintig principes die de basis vormen voor toekomstige beleidsontwikkeling, en die ten grondslag liggen aan Agenda 21. Agenda 21 is het actieprogramma voor de volgende eeuw, waarin een groot aantal terreinen aan de orde komt. Per programmaterrein worden uitgangspunten, doelstellingen en uitvoeringsmiddelen beschreven. De regering is voornemens haar beleid steeds te toetsen aan Agenda 21. De Verklaring inzake het beheer en behoud van bossen moet gezien worden als een eerste stap op weg naar het tot stand komen van een mondiaal Bossenverdrag. Het Raamverdrag inzake klimaatverandering en het Verdrag inzake biologische diversiteit zijn parallel aan het UNCED-proces tot stand gekomen, maar vormen een wezenlijk onderdeel van het Rio-pakket omdat ze in hun uitwerking een wisselwerking behoeven met de uitvoering van Agenda 21.
De regering neemt de uitkomsten van UNCED serieus. Wij spreken de hoop uit dat U de teksten zult raadplegen en hanteren wanneer U het regeringsbeleid kritisch toetst dan wel zelf anderszins een bijdrage levert aan het tot stand brengen van een echt duurzame ontwikkeling.
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
J.G.M. Alders
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking
J.P. Pronk