HOOFDSTUK 39 INTERNATIONALE JURIDISCHE INSTRUMENTEN EN MECHANISMEN
Uitgangspunten
39.1.Erkend wordt dat met de volgende vitale aspecten van het universele, multilaterale en bilaterale verdragsluitende proces rekening dient te worden gehouden:
a)De verdere ontwikkeling van het internationale recht inzake duurzame ontwikkeling, met bijzondere aandacht voor het broze evenwicht tussen milieu- en ontwikkelingsbelangen;
b)De noodzaak de relatie tussen bestaande internationale milieu-instrumenten of -overeenkomsten en relevante sociale en economische overeenkomsten of instrumenten te verduidelijken en te verstevigen, rekening houdend met de bijzondere behoeften van ontwikkelingslanden;
c)Op mondiaal niveau het wezenlijke belang van deelname en bijdrage van alle landen, met inbegrip van de ontwikkelingslanden, aan de totstandkoming van verdragen op het gebied van internationaal recht inzake duurzame ontwikkeling. Vele van de bestaande internationale juridische instrumenten en overeenkomsten op het gebied van het milieu zijn tot stand gekomen zonder adequate deelname en bijdragen van ontwikkelingslanden en moeten derhalve wellicht worden heroverwogen, opdat de zorgen en belangen van ontwikkelingslanden tot uitdrukking komen en een evenwichtig beheer van dergelijke instrumenten en overeenkomsten wordt gewaarborgd;
d)Verschaffing van technische bijstand aan ontwikkelingslanden bij hun pogingen hun nationale wetgevende mogelijkheden op het gebied van duurzame ontwikkeling te verbeteren;
e)In toekomstige codificatieprojecten ten behoeve van de gestaag vorderende ontwikkeling en codificatie van het internationale recht inzake duurzame ontwikkeling dient rekening te worden gehouden met het huidige werk van de International Law Commission;
f)Alle besprekingen voor de gestaag vorderende ontwikkeling en codificatie van het internationale recht inzake duurzame ontwikkeling dienen over het algemeen op mondiale basis te worden geleid, met inachtneming van de bijzondere omstandigheden in de diverse regio's.
Doelstellingen
39.2.De algemene doelstelling van de heroverweging en ontwikkeling van het internationale milieurecht dient te zijn: het evalueren en bevorderen van de doelmatigheid van dat recht en het bevorderen van de integratie van milieu- en ontwikkelingsbeleid door effectieve internationale overeenkomsten en instrumenten, met inachtneming van zowel universele principes als de bijzondere en onderscheiden behoeften en belangen van alle landen.
39.3.Specifieke doelstellingen zijn:
a) Het inventariseren en aanpakken van problemen die sommige landen, met name ontwikkelingslanden, weerhouden van deelname aan of van een correcte implementatie van internationale overeenkomsten of instrumenten, en in voorkomende gevallen het beoordelen of herzien van dergelijke overeenkomsten of instrumenten met het doel milieu- en ontwikkelingskwesties hierin te integreren en een gezonde basis te leggen voor de implementatie van deze overeenkomsten of instrumenten;
b)Het stellen van mondiale, regionale of subregionale prioriteiten voor toekomstige internationale regelgeving inzake duurzame ontwikkeling, met het oog op een grotere efficiency van het internationale recht op dit terrein via met name het integreren van milieu- en ontwikkelingskwesties;
c)Het bevorderen en steunen van de daadwerkelijke deelname van alle betrokken landen, in het bijzonder ontwikkelingslanden, aan onderhandelingen, implementatie, beoordeling en beheer met betrekking tot internationale overeenkomsten of instrumenten, met inbegrip van het verlenen van passende technische of financiële bijstand en de terbeschikkingstelling van andere beschikbare mechanismen voor dit doel, evenals in voorkomende gevallen het hanteren van gedifferentieerde verplichtingen;
d)Het bevorderen, door de geleidelijke ontwikkeling van overeenkomsten of instrumenten die via mondiaale en multilaterale onderhandelingen tot stand komen, van internationale normen voor de bescherming van het milieu waarbij rekening wordt gehouden met de verschillende situaties en mogelijkheden van de landen. De staten erkennen dat milieubeleid de grondoorzaak van milieudegradatie dient aan te pakken om op deze wijze te voorkomen dat milieumaatregelen uitmonden in onnodige handelsbeperkingen. Handelspolitieke maatregelen die in verband met het milieu worden getroffen, mogen geen middel zijn voor willekeurige of ongerechtvaardigde discriminatie of een verhulde beperking van de internationale handel. Eenzijdige acties, gerichtop de aanpak van milieuproblemen buiten het rechtsgebied van het betrokken land dienen te worden vermeden. Milieumaatregelen ter verlichting van internationale milieuproblemen dienen zoveel mogelijk te zijn gebaseerd op internationale consensus. Binnenlandse maatregelen met het oog op het bereiken van bepaalde milieudoelstellingen kunnen eventueel ook handelsmaatregelen vergen om ze effectief te maken. Mochten handelspolitieke maatregelen noodzakelijk worden geacht voor de uitvoering van milieubeleid, dan moet een aantal principes en regels in acht worden genomen. Daarbij kan het onder meer gaan om het principe van non-discriminatie; het principe dat die maatregelen worden gekozen die noodzakelijk worden geacht voor het bereiken van de doelstellingen, maar die de geringste beperkingen opleggen aan de handel; een verplichting tot doorzichtigheid bij het toepassen van handelsmaatregelen die verband houden met het milieu, alsmede tot adequate openbaarmaking van nationale regelingen; en de noodzaak rekening te houden met de speciale omstandigheden en ontwikkelingsbehoeften van de arme landen bij hun streven internationaal overeengekomen milieudoelstellingen te realiseren;
e)De zorg voor een effectieve, volledige en spoedige implementatie van juridisch bindende instrumenten en het bevorderen van een tijdige beoordeling en aanpassing van overeenkomsten of instrumenten door de betrokken partijen, met inachtneming van de bijzondere behoeften en belangen van alle landen, in het bijzonder van ontwikkelingslanden;
f)De verbetering van de doelmatigheid van instellingen, mechanismen en procedures voor het beheer van overeenkomsten en instrumenten;
g)Het inventariseren en voorkómen van bestaande of mogelijke conflicten, in het bijzonder tussen milieu- en sociaal-economische overeenkomsten of instrumenten, teneinde ervoor te zorgen dat dergelijke overeenkomsten en instrumenten consistent zijn. Mochten zich toch conflicten voordoen, dan dienen deze op passende wijze te worden opgelost;
h)Het onderzoeken en overwegen van de vraag of de capaciteit van de bestaande mechanismen kan worden verruimd en versterkt, onder andere in het kader van de Verenigde Naties, teneinde, voor zover van toepassing en met instemming van de betrokken partijen, de opsporing, preventie en regeling van internationale geschillen op het gebied van duurzame ontwikkeling te vergemakkelijken, met voldoende inachtneming van bestaande bilaterale en multilaterale overeenkomsten voor de regeling van dergelijke geschillen.
Activiteiten
39.4.De activiteiten en middelen ter implementatie dienen te worden bezien in het licht van bovengenoemde uitgangspunten en doelstellingen, onverminderd het recht van ieder land in dit opzicht suggesties te doen in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Deze suggesties zouden in een afzonderlijke publikatie over duurzame ontwikkeling kunnen worden weergegeven.
A. Beoordeling, evaluatie en actieterreinen in het internationaal recht inzake duurzame ontwikkeling
39.5.Er voor zorgend dat alle betrokken landen effectief deelnemen, dienen de partijen geregeld zowel de resultaten en doeltreffendheid van bestaande internationale overeenkomsten of instrumenten in het verleden als de prioriteiten voor toekomstige regelgeving inzake duurzame ontwikkeling te beoordelen en te evalueren. Dit kan een onderzoek omvatten naar de haalbaarheid van het opstellen van algemene rechten en plichten van de landen op het gebied van duurzame ontwikkeling, zoals is gesteld in resolutie 44/228 van de Algemene Vergadering. In sommige gevallen dient aandacht te worden geschonken aan de mogelijkheid rekening te houden met uiteenlopende omstandigheden door gedifferentieerde verplichtingen of een geleidelijke invoering. Een mogelijkheid voor de vervulling van deze taak kan zijn dat de vroegere handelwijze van het UNEP wordt gevolgd, waarbij door regeringen aangewezen juridische deskundigen elkaar geregeld ontmoeten - met nog nader te bepalen tussenpozen - in een ruimer milieu- en ontwikkelingsperspectief.
39.6.Maatregelen die overeenstemmen met het internationale recht dienen te worden overwogen om in tijden van gewapende conflicten grootschalige milieuvernietiging aan te pakken die niet op grond van het internationale recht kan worden gerechtvaardigd. De Algemene Vergadering en de Zesde Commissie zijn de aangewezen fora om deze kwesties te behandelen. De specifieke competentie en rol van het Internationale Comité van het Rode Kruis mag hierbij niet uit het oog worden verloren.
39.7.Gezien de essentiële noodzaak te zorgen voor veilige en milieuverantwoorde kernenergie en teneinde de internationale samenwerking op dit terrein te verbeteren, moet getracht worden de lopende onderhandelingen voor een overeenkomst inzake nucleaire veiligheid in het kader van het Internationale Agentschap voor Atoomenergie tot een goed einde te brengen.
B. Implementatiemechanismen
39.8.Van de bij internationale overeenkomsten betrokken partijen wordt verwacht dat zij procedures en mechanismen overwegen ter bevordering en beoordeling van een effectieve, volledige en snelle implementatie van bovengenoemde activiteiten. Hiertoe zouden de Staten onder andere:
a)Doeltreffende en praktische rapporteringssystemen kunnen invoeren betreffende de effectieve, volledige en snelle implementatie van internationale juridische instrumenten;
b)Passende wijzen kunnen overwegen waarop welke de desbetreffende internationale organen, zoals het UNEP, zouden kunnen bijdragen tot de verdere ontwikkeling van dergelijke mechanismen.
C. Effectieve deelname aan totstandkoming van internationale regelgeving
39.9.Bij al deze activiteiten, en andere die in de toekomst eventueel worden verricht, gebaseerd op bovengenoemde uitgangspunten en doelstellingen, dient te worden gezorgd voor een daadwerkelijke deelname van alle landen, in het bijzonder van ontwikkelingslanden, via passende technische en/of financiële bijstand. Ontwikkelingslanden moeten een goede "startpositie" krijgen, niet alleen wat betreft hun nationale inspanningen voor de implementatie van internationale overeenkomsten of instrumenten, maar ook voor een daadwerkelijke deelname aan zowel de onderhandelingen voor nieuwe of herziene overeenkomsten of instrumenten als de huidige internationale uitvoering van dergelijke overeenkomsten of instrumenten. Deze ondersteuning dient onder meer te omvatten het vergroten van expertise op het gebied van het internationaal recht, in het bijzonder met betrekking tot duurzame ontwikkeling, alsmede de toegang tot de noodzakelijke informatie en wetenschappelijke/technische deskundigheid.
D. Geschillen op het gebied van duurzame ontwikkeling
39.10.Wat betreft het voorkómen en slechten van geschillen dienen staten te zoeken naar methoden om de thans ter beschikking staande technieken uit te breiden en doeltreffender te maken, waarbij onder andere rekening wordt gehouden met relevante ervaringen met bestaande internationale overeenkomsten, instrumenten of instellingen en in voorkomende gevallen met hun implementatiemechanismen zoals modaliteiten voor het vermijden en oplossen van geschillen. Hiertoe kunnen ook behoren mechanismen en procedures voor de informatie-uitwisseling, kennisgeving en raadpleging in situaties die zouden kunnen leiden tot conflicten op het gebied van duurzame ontwikkeling met andere staten, alsmede doeltreffende vreedzame middelen voor het regelen van geschillen in overeenstemming met het Handvest van de Verenigde Naties, inclusief in voorkomende gevallen een beroep op het Internationale Gerechtshof, en de opname hiervan in verdragen over duurzame ontwikkeling.