HOOFDSTUK 31 DE WETENSCHAPPELIJKE EN TECHNOLOGISCHE GEMEENSCHAP
INLEIDING
31.1.Het onderhavige hoofdstuk concentreert zich op de vraag hoe de wetenschappelijke en technologische gemeenschap, die onder andere ingenieurs, architecten, industrieel ontwerpers, stedebouwkundigen en andere vaklieden en beleidmakers omvat, in staat kan worden gesteld een meer open en doelmatige bijdrage te leveren aan besluitvormingsprocessen met betrekking tot milieu en ontwikkeling. Het is belangrijk dat de rol van wetenschap en technologie in zaken van algemeen menselijk belang ruimer bekend en beter begrepen wordt, zowel door besluitvormers die het overheidsbeleid helpen vaststellen, als door het grote publiek. Het samenwerkingsverband dat tussen de wetenschappelijke en technologische gemeenschap en het grote publiek bestaat, dient te worden uitgebreid en uitgediept tot een volledig partnerschap. Verbeterde communicatie en samenwerking tussen de wetenschappelijke en technologische gemeenschap en besluitvormers zullen een groter gebruik bevorderen van wetenschappelijke en technische informatie en kennis bij de opstelling van het beleid en de implementatie van programma's. Besluitvormers dienen gunstigere voorwaarden te scheppen voor het verbeteren van scholing en onafhankelijk onderzoek inzake duurzame ontwikkeling. Bestaande multidisciplinaire benaderingen moeten worden versterkt en meer interdisciplinaire studies moeten ontwikkeld worden door de wetenschappelijke en technologische gemeenschap en beleidmakers en met medewerking van het grote publiek, teneinde leiderschap en praktische know-how te verschaffen aan het concept van duurzame ontwikkeling. Het publiek dient geholpen te worden om aan de wetenschappelijke en technologische gemeenschap zijn opvattingen kenbaar te maken inzake de vraag hoe wetenschap en technologie beter beheerd kunnen worden om het leven van de mensen positief te beïnvloeden. Evenzo moet de onafhankelijkheid van de wetenschappelijke en technologische gemeenschap om zonder restrictie onderzoek te verrichten en te publiceren en haar bevindingen vrij uit te wisselen, gegarandeerd worden. De toepassing en implementatie van ethische principes en gedragscodes voor de wetenschappelijke en technologische gemeenschap die internationaal geaccepteerd worden, kunnen de deskundigheid vergroten en erkenning van de waarde van haar bijdragen aan milieu en ontwikkeling verbeteren en bespoedigen, waarbij de voortdurende evolutie van en onzekerheid in wetenschappelijke kennis erkend wordt.
PROGRAMMATERREINEN
A.Verbetering van communicatie en samenwerking tussen de wetenschappelijke en technologische gemeenschap, besluitvormers en het publiek
Uitgangspunten
31.2.De wetenschappelijke en technologische gemeenschap en de beleidmakers dienen hun interactie te vergroten teneinde strategieën voor duurzame ontwikkeling te implementeren op basis van de best beschikbare kennis. Dit houdt in dat besluitvormers het noodzakelijke kader dienen te verschaffen voor nauwgezet onderzoek en voor volledige en open communicatie inzake de bevindingen van de wetenschappelijke en technologische gemeenschap, en samen met deze gemeenschap methoden dienen te ontwikkelen waarmee onderzoeksresultaten en de zorgen waartoe deze aanleiding geven, kenbaar kunnen worden gemaakt aan besluitvormingslichamen, opdat wetenschappelijke en technische kennis beter verbonden kan worden met de formulering van strategisch beleid en strategische programma's. Tegelijkertijd zou deze dialoog de wetenschappelijke en technologische gemeenschap kunnen ondersteunen bij het ontwikkelen van prioriteiten voor onderzoek en bij het voorstellen van acties voor constructieve oplossingen.
Doelstellingen
31.3.De volgende doelstellingen worden voorgesteld:
(a)Uitbreiding en openstelling van het besluitvormingsproces en vergroting van het aantal ontwikkelings- en milieuterreinen waarop samenwerking op alle niveaus tussen de wetenschappelijke en technologische gemeenschap en besluitvormers kan plaatsvinden;
(b)Verbetering van de uitwisseling van kennis en problematiek tussen de wetenschappelijke en technologische gemeenschap en het grote publiek, teneinde het mogelijk te maken dat beleid en programma's beter geformuleerd, begrepen en ondersteund worden.
Activiteiten
31.4.Regeringen dienen de volgende activiteiten te ontplooien:
(a)Het beoordelen van de vraag hoe nationale wetenschappelijke en technologische activiteiten beter kunnen voorzien in de behoeften van duurzame ontwikkelingbinnen het kader van een algemene inspanning om nationale onderzoeks- en ontwikkelingssystemen te versterken, onder meer door verbreding van de samenstelling van nationale wetenschappelijke en technologische adviesraden, organisaties en comités om te waarborgen dat:
(i)Het volledige scala aan nationale behoeften op het gebied van wetenschappelijke en technologische programma's kenbaar wordt gemaakt aan regeringen en het publiek;
(ii)De verschillende stromingen binnen de publieke opinie worden vertegenwoordigd;
(b)Het bevorderen van regionale samenwerkingsmechanismen om tegemoet te komen aan de regionale behoeften aan duurzame ontwikkeling. Dergelijke regionale samenwerkingsmechanismen kunnen bevorderd worden door middel van samenwerkingsverbanden tussen overheid en particuliere sector en kunnen ondersteuning verlenen aan regeringen, industrie, niet-gouvernementele organisaties, onderwijsinstellingen en andere binnenlandse en internationale organisaties, en door versterking van mondiaale netwerken van beroepsbeoefenaren;
(c)Het verbeteren en uitbreiden van wetenschappelijke en technische inbreng door middel van passende mechanismen voor intergouvernementele adviserings-, samenwerkings- en onderhandelingsprocessen ten behoeve van internationale en regionale overeenkomsten;
(d)Het versterken van de adviezen op het gebied van wetenschap en technologie aan de hoogste niveaus van de Verenigde Naties en andere internationale instellingen, teneinde de opname van wetenschappelijke en technologische deskundigheid in beleid en strategieën voor duurzame ontwikkeling te garanderen;
(e)Het verbeteren en versterken van programma's om de onderzoeksresultaten van universiteiten en onderzoeksinstellingen te verspreiden. Dit vereist erkenning van en grotere steun aan de wetenschappers, technici en docenten die betrokken zijn bij het overbrengen en uitleggen van wetenschappelijke en technologische informatie aan beleidmakers, deskundigen op andere gebieden en het grote publiek. Een dergelijke ondersteuning dient zich te concentreren op de overdracht van vaardigheden en de overdracht en aanpassing van planningstechnieken. Dit vereist een volledige, open uitwisseling van gegevens en informatie tussen wetenschappers en besluitvormers. De publikatie van nationalewetenschappelijke onderzoeksrapporten en technische rapporten die begrijpelijk zijn en relevant voor de plaatselijke behoeften aan duurzame ontwikkeling, zouden tevens het contact tussen wetenschap en besluitvorming, alsook de implementatie van wetenschappelijke resultaten kunnen versterken;
(f)Het verbeteren van de banden tussen de officiële en onafhankelijke onderzoekssectoren en de industrie, zodat onderzoek een belangrijk element van industriële strategie kan worden;
(g)Het bevorderen en versterken van de rol van vrouwen als volledige partners in wetenschappelijke en technische disciplines;
(h)Het ontwikkelen en implementeren van informatietechnologieën om de verspreiding van informatie inzake duurzame ontwikkeling te bevorderen.
Middelen ter implementatie
(a) Financiering en kostenraming
31.5.Het secretariaat van de Conferentie schat dat voor de implementatie van de in dit hoofdstuk genoemde activiteiten de internationale gemeenschap per jaar (1993-2000) een gemiddeld bedrag van circa $15 miljoen ter beschikking zou moeten stellen, in de vorm van schenkingen of concessionele middelen. Deze ramingen zijn slechts indicaties voor de orde van grootte van de kosten, en zijn nog niet door de regeringen beoordeeld. De werkelijke kosten en financieringsvoorwaarden zullen, ook wanneer deze eventueel niet de vorm van zachte leningen aannemen, onder andere afhankelijk zijn van de specifieke strategieën en programma's die de regeringen zullen gaan implementeren.
(b) Vergroting van capaciteit
31.6.Er dienen intergouvernementele fora inzake ontwikkelings- en milieukwesties georganiseerd te worden, met de nadruk op de wetenschappelijke en technische aspecten ervan en, in de daaruit voortvloeiende actieprogramma's, onderzoek naar strategieën om hierop in te spelen.
B.Bevordering van gedragscodes en richtlijnen met betrekking tot wetenschap en technologie
Uitgangspunten
31.7.Wetenschappers en technologen dragen speciale verantwoordelijkheden zowel in hun hoedanigheid van erfgenamen van een traditie en als deskundigen en beoefenaars van disciplines die zich bezighouden met het verwerven van kennis en met de noodzaak de biosfeer binnen de context van duurzame ontwikkeling te beschermen.
31.8.Een groeiend ethisch besef bij de besluitvorming inzake milieu en ontwikkeling dient te leiden tot passende prioriteiten voor de handhaving en uitbreiding van systemen voor de instandhouding van het leven omwille van die systemen zelf, zodat daarmee gegarandeerd kan worden dat het functioneren van levensvatbare natuurlijke processen voldoende gewaardeerd wordt door huidige en toekomstige samenlevingen. Daarom zou een versterking van de gedragscodes en richtlijnen voor de wetenschappelijke en technologische gemeenschap het milieubewustzijn doen toenemen en een bijdrage leveren aan duurzame ontwikkeling. Het zou het niveau van waardering en achting voor de wetenschappelijke en technologische gemeenschap verhogen en de verantwoordelijkheid van wetenschap en technologie bevorderen.
Doelstellingen
31.9.De doelstelling dient te zijn het ontwikkelen, verbeteren en bevorderen van internationale acceptatie van gedragscodes en richtlijnen met betrekking tot wetenschap en technologie, waarin de integriteit van levensinstandhoudingssystemen uitgebreid verantwoord wordt en de belangrijke rol van wetenschap en technologie bij het met elkaar in overeenstemming brengen van de behoeften van milieu en ontwikkeling geaccepteerd wordt. Om te komen tot doelmatige besluitvormingsprocessen moet over dergelijke principes, gedragscodes en richtlijnen niet alleen overeenstemming worden bereikt door de wetenschappelijke en technologische gemeenschap, maar ook door de samenleving in haar geheel.
Activiteiten
31.10.De volgende activiteiten zouden ondernomen kunnen worden:
(a)Het versterken van nationale en internationale samenwerking, met inbegrip van de niet-gouvernementele sector, bij het ontwikkelen van gedragscodes en richtlijnen met betrekking tot milieuverantwoorde en duurzame ontwikkeling, waarbij rekening wordt gehouden met de Verklaring van Rio en bestaande gedragscodes en richtlijnen;
(b)Het versterken en instellen van nationale adviesgroepen inzake milieu- en ontwikkelingsethiek, teneinde een gemeenschappelijk stelsel van waarden voor de wetenschappelijke en technologische gemeenschap en de samenleving in haar geheel te ontwikkelen, en een voortdurende samenspraak te bevorderen;
(c)Het uitbreiden van vorming en opleiding in ethische ontwikkelings- en milieukwesties, zodat dergelijke doelstellingen in onderwijsprogramma's en onderzoeksprioriteiten ondergebracht worden;
(d)Het beoordelen en amenderen van relevante nationale en internationale juridische instrumenten inzake milieu en ontwikkeling, om te garanderen dat passende gedragscodes en richtlijnen in een dergelijk regelgevend apparaat worden opgenomen.
Middelen ter implementatie
(a) Financiering en kostenraming
31.11.Het secretariaat van de Conferentie schat dat voor de implementatie van de activiteiten van dit programma de internationale gemeenschap per jaar (1993-2000) een gemiddeld bedrag van circa $5 miljoen ter beschikking zou moeten stellen, in de vorm van schenkingen of concessionele middelen. Deze ramingen zijn slechts indicaties voor de orde van grootte van de kosten, en zijn nog niet door de regeringen beoordeeld. De werkelijke kosten en financieringsvoorwaarden zullen, ook wanneer deze eventueel niet de vorm van zachte leningen aannemen, onder andere afhankelijk zijn van de specifieke strategieën en programma's die de regeringen zullen gaan implementeren.
(b) Vergroting van capaciteit
31.12.Gedragscodes en richtlijnen, met inbegrip van die met betrekking tot passende principes, dienen te worden ontwikkeld voor en door de wetenschappelijke en technologische gemeenschap bij het nastreven van haar onderzoeksactiviteiten en de implementatie van programma's voor duurzame ontwikkeling.