HOOFDSTUK 27 VERSTERKING VAN DE ROL VAN NIET-GOUVERNEMENTELE ORGANISATIES: PARTNERS VOOR DUURZAME ONTWIKKELING
PROGRAMMATERREIN
Uitgangspunten
27.1.Niet-gouvernementele organisaties spelen een wezenlijke rol bij de ontwikkeling en implementatie van participerende democratie. Hun geloofwaardigheid is gelegen in de verantwoordelijke en constructieve rol die zij spelen in de samenleving. Formele en informele organisaties, alsook bewegingen op het gemeenschapsniveau, dienen erkend te worden als partners bij de implementatie van Agenda 21. De aard van de onafhankelijke rol die niet-gouvernementele organisaties binnen de samenleving spelen, vraagt om daadwerkelijke participatie; daarom is onafhankelijkheid een van de voornaamste kenmerken van niet-gouvernementele organisaties en een eerste vereiste voor daadwerkelijke participatie.
27.2.Een van de belangrijkste problemen waarmee de wereldgemeenschap geconfronteerd wordt bij haar streven naar het vervangen van niet-duurzame ontwikkelingspatronen door milieuverantwoorde en duurzame ontwikkeling, is de behoefte om in alle sectoren van de samenleving het besef van een gemeenschappelijk doel ingang te doen vinden. De kansen om dit besef te realiseren zullen afhankelijk zijn van de bereidwilligheid van alle sectoren om te deel te nemen aan een werkelijke maatschappelijke samenwerking en samenspraak, onder erkenning van de onafhankelijke rol, verantwoordelijkheden en speciale capaciteiten van iedere sector afzonderlijk.
27.3.Niet-gouvernementele organisaties, met inbegrip van die non-profit-organisaties die groepen vertegenwoordigen waarop de onderhavige sectie van Agenda 21 betrekking heeft, bezitten voldoende bewezen en uiteenlopende ervaring, deskundigheid en bekwaamheid op gebieden die van bijzonder belang zullen zijn voor de implementatie en beoordeling van milieuverantwoorde en maatschappelijk verantwoorduurzame ontwikkeling zoals die in alle hoofdstukken van Agenda 21 worden bepleit. De groep van de niet-gouvernementele organisaties biedt hierdoor een mondiaal netwerk dat moet worden benut, in staat gesteld te functioneren en versterkt, ter ondersteuning van inspanningen om deze gemeenschappelijke doelen te bereiken.
27.4.Om ervoor te zorgen dat de volledige potentiële bijdrage van niet-gouvernementele organisaties wordt verwezenlijkt, dient de breedst mogelijke communicatie en samenwerking tussen internationale organisaties, nationale en plaatselijke overheden en niet-gouvernementele organisaties bevorderd te worden in instellingen en programma's voor de implementatie van Agenda 21. Niet-gouvernementele organisaties zullen ook onderling de samenwerking encommunicatie moeten stimuleren, teneinde hun effectiviteit als actieve betrokken bij de implementatie van duurzame ontwikkeling te vergroten.
Doelstellingen
27.5.De samenleving, regeringen en internationale instellingen dienen mechanismen te ontwikkelen om niet-gouvernementele organisaties op verantwoordelijke en doeltreffende wijze hun rol als partners in het proces van milieuverantwoorde en duurzame ontwikkeling te laten spelen.
27.6.Met het oog op de versterking van de rol van niet-gouvernementele organisaties als sociale partners dienen de Verenigde Naties en de regeringen in overleg met de niet-gouvernementele organisaties een proces te starten voor de heroverweging van de formele procedures en mechanismen voor de betrokkenheid van deze organisaties op alle niveaus, uiteenlopend van beleids- en besluitvorming tot implementatie.
27.7.Niet later dan 1995 dient op nationaal niveau een wederzijds produktieve samenspraak tot stand gebracht te worden tussen alle regeringen en niet-gouvernementele organisaties en de door henzelf georganiseerde netwerken ter erkenning en versterking van hun respectievelijke rollen bij het implementeren van milieuverantwoorde en duurzame ontwikkeling.
27.8.Regeringen en internationale instellingen dienen de participatie van niet-gouvernementele organisaties toe te staan en te bevorderen het ontwerpen, invoeren en evalueren van officiële mechanismen en formele procedures voor het beoordelen van de implementatie van Agenda 21 op alle niveaus.
Activiteiten
27.9.Van de Verenigde Naties, met inbegrip van de internationale financierings- en ontwikkelingsinstanties en alle intergouvernementele organisaties en fora, wordt verwacht dat zij, in overleg met niet-gouvernementele organisaties, maatregelen nemen om:
(a)Beoordelingen en rapportages op te stellen aangaande mogelijke verbeteringen in de bestaande procedures en mechanismen die niet-gouvernementele organisaties in staat stellen bij te dragen aan beleids- en besluitvorming, implementatie en evaluatie op het niveau van de individuele instellingen, bij besprekingen tussen instellingen en op VN-conferenties;
(b)Op basis van bovengenoemde subparagraaf (a) bestaande mechanismen en procedures binnen alle instellingen te verbeteren of, waar deze niet bestaan, te creëren, teneinde de deskundigheid en visies van niet-gouvernementeleorganisaties te betrekken bij het ontwerpen, implementeren en evalueren van beleidslijnen en programma's;
(c)De niveaus van financiële en administratieve ondersteuning van niet-gouvernementele organisaties en de omvang en werkzaamheid van hun betrokkenheid bij de implementatie van projecten en programma's te heroverwegen, met de bedoeling om hun inbreng als sociale partners te vergroten;
(d)Open en doeltreffende middelen te ontwerpen om te zorgen dat niet-gouvernementele organisaties deel kunnen nemen aan de processen die gecreëerd zijn om de implementatie van Agenda 21 op alle niveaus te beoordelen en te evalueren;
(e)Niet-gouvernementele organisaties en de door henzelf georganiseerde netwerken te stimuleren en het hun toe te staan een bijdrage te leveren aan de beoordeling en evaluatie van beleid en programma's voor de implementatie van Agenda 21, met inbegrip van steun voor de niet-gouvernementele organisaties van ontwikkelingslanden en de door henzelf georganiseerde netwerken;
(f)Rekening te houden met de bevindingen van niet-gouvernementele beoordelingssystemen en evaluatieprocessen in de desbetreffende rapporten van de Secretaris-Generaal aan de Algemene Vergadering, en in die van de desbetreffende organisaties van de Verenigde Naties en andere intergouvernementele organisaties en fora voor zover deze betrekking hebben op de implementatie van Agenda 21, in overeenstemming met het beoordelingsproces voor Agenda 21;
(g)Aan niet-gouvernementele organisaties toegang te verlenen tot correcte en bijgewerkte gegevens en informatie om de doeltreffendheid van hun programma's en activiteiten en hun rol ter ondersteuning van duurzame ontwikkeling te bevorderen.
27.10. Regeringen dienen maatregelen te nemen om:
(a)Een dialoog tot stand te brengen of te versterken met niet-gouvernementele organisaties en de door henzelf georganiseerde netwerken die verschillende sectoren vertegenwoordigen, met als doel: (i) de rechten en verantwoordelijkheden van deze organisaties te overwegen; (ii) geïntegreerde niet-gouvernementele bijdragen doeltreffend naar het beleidsontwikkelingsproces van de overheid door te sluizen; en (iii) niet-gouvernementele coördinatiebij de implementatie van nationaal beleid op het niveau van individuele programma's te vergemakkelijken.
(b)Samenwerking en samenspraak te stimuleren en mogelijk te maken tussen plaatselijke niet-gouvernementele organisaties en plaatselijke overheden bij activiteiten die gericht zijn op duurzame ontwikkeling;
(c)Niet-gouvernementele organisaties te betrekken bij nationale mechanismen of procedures voor de uitvoering van Agenda 21, waarbij een zo goed mogelijk gebruik wordt gemaakt van hun individuele capaciteiten, in het bijzonder op het gebied van onderwijs, bestrijding van armoede en milieubescherming en -herstel;
(d)Aandacht te schenken aan de bevindingen van niet-gouvernementele controle- en beoordelingsmechanismen bij het ontwerpen en evalueren van beleid betreffende de implementatie van Agenda 21 op alle niveaus;
(e)Overheidssystemen voor voorlichting en educatie te beoordelen, teneinde manieren vast te stellen om niet-gouvernementele organisaties te betrekken bij formeel en informeel onderwijs en de bevordering van het maatschappelijk bewustzijn, of deze betrokkenheid uit te breiden;
(f)Voor niet-gouvernementele organisaties de gegevens en informatie beschikbaar en toegankelijk te maken die noodzakelijk zijn voor een doeltreffende bijdrage aan onderzoek en aan het ontwerpen, implementeren en evalueren van programma's.
Middelen ter implementatie
(a) Financiering en kostenraming
27.11.Afhankelijk van de resultaten van beoordelingsprocessen en de ontwikkeling van opvattingen met betrekking tot de vraag hoe samenwerking en samenspraak het best opgebouwd kan worden tussen officiële organisaties en groepen niet-gouvernementele organisaties, zal de verbetering van consultatieve procedures en mechanismen, op internationaal en nationaal niveau, relatief beperkte maar onvoorspelbare kosten met zich meebrengen. Niet-gouvernementele organisaties zullen tevens aanvullende fondsen nodig hebben ter ondersteuning van hun bijdragen aan de vorming en verbetering van controlesystemen ten behoeve van Agenda 21. Deze kosten zullen aanzienlijk zijn, maar kunnen niet betrouwbaar geraamd worden op basis van de huidige informatie.
(b) Vergroting van capaciteit
27.12.De organisaties van de Verenigde Naties en andere intergouvernementele organisaties en fora en, voor zover van toepassing, bilaterale programma's en de particuliere sector, zullen meer financiële en administratieve ondersteuning moeten verlenen aan niet-gouvernementele organisaties en de door henzelf georganiseerde netwerken, in het bijzonder die welke gevestigd zijn in ontwikkelingslanden en een bijdrage leveren aan de controle op en evaluatie van programma's van Agenda 21, en zullen scholing moeten verschaffen aan niet-gouvernementele organisaties (en hen helpen om hun eigen scholingsprogramma's te ontwikkelen) op internationaal en regionaal niveau ter versterking van hun rol als partners bij het proces van ontwerpen en implementeren van programma's.
27.13.Regeringen zullen, afhankelijk van de voor ieder land specifieke situatie, alle noodzakelijke maatregelen op het gebied van wetgeving moeten afkondigen of versterken om de vorming van adviesgroepen door niet-gouvernementele organisaties mogelijk te maken en het recht te waarborgen van niet-gouvernementele organisaties om door middel van juridische stappen het algemeen belang te beschermen.