HOOFDSTUK 15 BEHOUD VAN BIOLOGISCHE DIVERSITEIT
INLEIDING
15.1.De doelstellingen en activiteiten die in dit hoofdstuk van Agenda 21 ter sprake komen moeten bijdragen tot verbetering van behoud van de biologische diversiteit en tot een duurzame exploitatie van biologische hulpbronnen, en tevens tot ondersteuning van het Verdrag inzake Biologische Diversiteit.
15.2.De essentiële goederen en diensten die onze planeet levert zijn afhankelijk van de variëteit in en de veranderlijkheid van genen, soorten, populaties en ecosystemen. Door gebruik te maken van biologische hulpbronnen kunnen wij onszelf voeden en kleden en onszelf voorzien van huisvesting, medicijnen en geestelijk voedsel. Het grootste gedeelte van de biologische diversiteit die op aarde voorhanden is ligt opgeslagen in de natuurlijke ecosystemen van bossen, savannen, weiden en woeste gronden, woestijnen, toendra's, rivieren, meren en zeeën. Boerenakkers en tuinderijen zijn eveneens van groot belang als reservoirs, terwijl genenbanken, botanische tuinen, dierentuinen en andere reservoirs van genetisch materiaal een kleine maar belangrijke bijdrage leveren. De huidige achteruitgang in de biologische diversiteit is grotendeels te wijten aan activiteiten van de mens en vormt een ernstige bedreiging voor de menselijke ontwikkeling.
PROGRAMMATERREIN
Behoud van biologische diversiteit
Uitgangspunten
15.3.Ondanks toenemende inspanningen gedurende de voorbije twintig jaar is de teloorgang van de biodiversiteit op de wereld, voornamelijk als gevolg van vernietiging van de natuurlijke leefomgeving, te intensieve exploitatie, verontreiniging en ondoordachte introductie van vreemde planten en dieren, verdergegaan. Biologische hulpbronnen vertegenwoordigen een enorme waarde met grote mogelijkheden voor het voortbrengen van duurzaam profijt. Er moet urgent en doortastend opgetreden worden om genen, soorten en ecosystemen te bewaren en in stand te houden, met de bedoeling te komen tot duurzaam beheer en duurzame exploitatie van biologische hulpbronnen. De nationale en internationale capaciteit voor schatting, bestudering en systematische observatie en evaluatie van biodiversiteit moet versterkt worden. Doeltreffende nationale actie en internationale samenwerking zijn vereist voor de bescherming van ecosystemenin situ, voor het behoud van biologische en genetische bronnenex situ en voor de uitbreiding van de functies van ecosystemen. Deelname door en ondersteuning van de plaatselijke gemeenschappen zijn van zeer groot belang voor het welslagen van zo'n aanpak. De vooruitgang die de laatste tijd in de biotechnologie is geboekt heeft duidelijk gemaakt welke bijdrage het erfelijk materiaal van planten, dieren en micro-organismen kan leveren aan de landbouw, de gezondheid, het welzijn en het milieu. Tegelijkertijd is het in deze context bijzonder belangrijk te beklemtonen dat staten het soevereine recht hebben om hun eigen biologische hulpbronnen te exploiteren overeenkomstig hun milieubeleid, en dat op hen tevens de verantwoordelijkheid rust om hun biologische diversiteit in stand te houden en hun biologische hulpbronnen op een duurzame manier te gebruiken, alsook te waarborgen dat activiteiten die onder hun jurisdictie of toezicht vallen geen schade veroorzaken aan de biologische diversiteit in andere staten of in gebieden die vallen buiten de grenzen van hun nationale jurisdictie.
Doelstellingen
15.4.Van regeringen op het aangewezen niveau wordt verwacht dat zij, met medewerking van de relevante organen van de Verenigde Naties en van regionale, intergouvernementele en niet-gouvernementele organisaties, van de particuliere sector en van financiële instellingen, en rekening houdend met inheemse volken en hun gemeenschappen, alsook met sociale en economische factoren:
(a)Aandringen op het spoedig van kracht worden van het Verdrag inzake biologische diversiteit, met zo ruim mogelijke deelname;
(b)Nationale strategieën ontwikkelen voor behoud van biologische diversiteit en duurzame exploitatie van biologische hulpbronnen;
(c)Strategieën voor behoud van biologische diversiteit en duurzame exploitatie van biologische hulpbronnen integreren in strategieën en/of plannen voor nationale ontwikkeling;
(d)Passende maatregelen nemen om de baten uit onderzoek en ontwikkeling en uit de exploitatie van biologische en genetische bronnen, met inbegrip van biotechnologie, op een rechtvaardige manier te verdelen tussen de oorspronkelijke bezitters van dergelijke hulpbronnen en de gebruikers ervan;
(e)Indien van toepassing landenstudies uitvoeren op het gebied van behoud van biologische diversiteit en duurzame exploitatie van biologische hulpbronnen, met inbegrip van analyse van de relevante kosten en baten, met name ten aanzien van sociaal-economische aspecten;
(f)Regelmatig bijgewerkte rapporten over de toestand in de wereld op het gebied van biologische diversiteit doen uitbrengen, op basis van nationaal onderzoek;
(g)De traditionele methoden en de kennis van inheemse volkeren en hun gemeenschappen erkennen en bevorderen, waarbij de nadruk wordt gelegd op de bijzondere rol van vrouwen, voorzover die van belang is voor het behoud van biologische diversiteit en de duurzame exploitatie van biologische hulpbronnen, en waarborgen dat deze groepen kunnen delen in de economische en commerciële opbrengsten die voortkomen uit het gebruik van dergelijke traditionele methoden en kennis;
(h)Mechanismen implementeren voor verbetering, opbouw, verdere ontwikkeling en duurzaam gebruik van biotechnologie en een veilige overdracht ervan, in het bijzonder aan ontwikkelingslanden, waarbij rekening gehouden dient te worden met de mogelijke bijdrage die de biotechnologie kan leveren aan het behoud van biologische diversiteit en de duurzame exploitatie van biologische hulpbronnen;
(i)Bredere internationale en regionale samenwerking bevorderen bij het vergroten van het wetenschappelijk en economisch inzicht in het belang van biologische diversiteit en de functies daarvan in ecosystemen;
(j)Maatregelen en overeenkomsten uitwerken om de rechten te implementeren van de landen waaruit genetische bronnen afkomstig zijn of de landen die genetische bronnen leveren, zoals vastgelegd in het Verdrag inzake biologische diversiteit, in het bijzonder waar het ontwikkelingslanden betreft, zodat die kunnen profiteren van de biotechnologische ontwikkelingen en de commerciële toepassing van produkten die zijn ontwikkeld uit dergelijke bronnen .
Activiteiten
(a) Beheersactiviteiten
15.5.Van regeringen op het in aanmerking komende niveau wordt verwacht dat zij, in overeenstemming met nationaal beleid en nationale gebruiken, en met medewerking van de relevante organen van de Verenigde Naties en, indien van toepassing, van intergouvernementele organisaties, en ondersteund door de inheemse bevolking en haar gemeenschappen, niet-gouvernementele organisaties en andere groeperingen, met inbegrip van het bedrijfsleven en de wetenschappelijke wereld, en in overeenstemming met de internationale recht, waar van toepassing:
(a)Nieuwe strategieën, plannen of programma's ontwikkelen of bestaande versterken voor actie ten behoeve van het behoud van biologische diversiteiten de duurzame exploitatie van biologische hulpbronnen, daarbij rekening houdend met de behoefte aan educatie en scholing;
(b)Strategieën voor behoud van biologische diversiteit en voor duurzame exploitatie van biologische en genetische bronnen integreren in relevante sectorale of intersectorale plannen, programma's en beleidsmaatregelen, in het bijzonder in verband met het grote belang dat biologische en genetische bronnen te land en in het water hebben voor de voedselvoorziening en de landbouw;
(c)Landenstudies uitvoeren of andere methoden toepassen om te bepalen welke bestanddelen van biologische diversiteit van belang zijn voor het behoud ervan en voor de duurzame exploitatie van biologische hulpbronnen; waarden toekennen aan biologische en genetische bronnen; vaststellen welke processen en activiteiten een belangrijke weerslag hebben op de biologische diversiteit; evalueren wat de economische gevolgen kunnen zijn van het behoud van biologische diversiteit en de duurzame exploitatie van biologische en genetische bronnen; en voorstellen geven welke acties voorrang moeten krijgen;
(d)Doeltreffende economische, sociale en andere passende stimuleringsmaatregelen nemen ter bevordering van het behoud van biologische diversiteit en de duurzame exploitatie van biologische hulpbronnen, met inbegrip van het bevorderen van duurzame produktiesystemen, zoals traditionele methoden voor de landbouw, voor de bosbouw, voor agri-houtteelt, voor het beheer van weidegronden en van flora en fauna, waarbij biologische diversiteit wordt benut, in stand gehouden of vergroot;
(e)Met inachtneming van nationale wetgeving, maatregelen nemen ter bevordering van de inachtneming, vastlegging, bescherming en stimulering van een grootschaliger toepassing van de kennis, de vernieuwingen en de methoden die inheemse en lokale gemeenschappen in hun traditionele levensstijl toepassen bij het behoud van biologische diversiteit en de duurzame exploitatie van biologische hulpbronnen, om zodoende te komen tot een eerlijke en rechtvaardige verdeling van de baten daarvan, en werkwijzen bevorderenom deze gemeenschappen, met inbegrip van vrouwen, te betrekken bij het behoud en beheer van ecosystemen;
(f)Lange-termijnonderzoek ondernemen naar het belang van biologische diversiteit voor het functioneren van ecosystemen en naar de rol die ecosystemen spelen bij het voortbrengen van goederen met het milieu samenhangende voordelen, milieufuncties en andere waarden die duurzame ontwikkeling ondersteunen, in het bijzonder in verband met de biologie en het voortplantingsvermogen van cruciale terrestrische en aquatische soorten, met inbegrip van oorspronkelijke, gecultiveerde en gekweekte soorten; naar nieuwe technieken voor waarneming en voor inventarisatie; naar de ecologische voorwaarden voor het behoud en de voortgaande evolutie van de biologische diversiteit; en naar sociaal gedrag en voedingsgewoonten die afhankelijk zijn van natuurlijke ecosystemen, waarbij vrouwen een centrale rol spelen. Dit werk moet ondernomen worden met zo breed mogelijke deelname, in het bijzonder van inheemse volkeren en hun gemeenschappen, vrouwen inbegrepen;
(g)Actie ondernemen waar dat noodzakelijk is voor het behoud van biologische diversiteit, door middel van behoudin situ van ecosystemen en natuurlijke habitats, en tevens van oorspronkelijke gekweekte variëteiten en verwante wilde soorten daarvan, en door middel van instandhouding en herstel van levensvatbare populaties van soorten in hun natuurlijke leefomgeving, en het nemen van maatregelenex situ, bij voorkeur in de landen van oorsprong.In situ maatregelen dienen versterking in te houden van systemen van beschermde gebieden op het land en in zout water en dienen onder andere kwetsbare ecosystemen van zoet water en andere wetlands en kust-ecosystemen te omvatten, zoals estuaria, koraalriffen en mangrovebossen;
(h)Sanering en reconstructie bevorderen van aangetaste ecosystemen, alsmede herstel van achteruitgaande en met uitsterven bedreigde soorten;
(i)Beleid ontwikkelen om het behoud van biologische diversiteit en de duurzame exploitatie van biologische en genetische bronnen op particuliere gronden aan te moedigen;
(j)Milieuverantwoorde en duurzame ontwikkeling stimuleren in streken die onmiddellijk grenzen aan beschermde gebieden, met de bedoeling de bescherming van die gebieden te verbeteren;
(k)Geschikte procedures voor milieu-effectrapportage introduceren voor ingediende projecten waarvan verwacht kan worden dat ze aanzienlijke invloed zullen hebben op de biologische diversiteit, zodat op ruime schaal bruikbare informatie beschikbaar gesteld kan worden en er gezorgd wordt voor deelname door de bevolking, voor zover van toepassing; en het effect evalueren van beleid en programma's die van belang zijn voor biologische diversiteit;
(l)Waar van toepassing, de vorming en de versterking bevorderen van nationale systemen voor inventarisatie, regulering of beheer en controle ten behoeve van biologische hulpbronnen, op het aangewezen niveau;
(m)Maatregelen nemen ter bevordering van een beter inzicht in en een grotere waardering voor de waarde van biologische diversiteit, zoals die tot uitdrukking komt zowel in de afzonderlijke bestanddelen als in de functies die biologische diversiteit voor de ecosystemen heeft;
(b) Gegevens en informatie
15.6.Van regeringen op het in aanmerking komende niveau wordt verwacht dat zij, in overeenstemming met nationaal beleid en nationale gebruiken, met de medewerking van de relevante organen van de Verenigde Naties en, indien van toepassing, van intergouvernementele organisaties, en ondersteund door inheemse volkeren en hun gemeenschappen, niet-gouvernementele organisaties en andere groeperingen, met inbegrip van het bedrijfsleven en de wetenschappelijke wereld, en in overeenstemming met de eisen van het internationale recht, waar van toepassing:
(a)Regelmatig informatie over het behoud van biologische diversiteit en de duurzame exploitatie van biologische hulpbronnen verifiëren, evalueren en uitwisselen;
(b)Methodologieën ontwikkelen om systematisch steekproeven te kunnen nemen en evaluaties op nationale schaal te kunnen uitvoeren van de bestanddelen van biologische diversiteit, zoals vastgesteld door middel van landenstudies;
(c)Methodologieën invoeren of verder ontwikkelen en beginnen of voortgaan met het in kaart brengen, op het aangewezen niveau, van de toestand van ecosystemen, en informatie vastleggen over de huidige toestand van biologische en genetische bronnen, inclusief die in terrestrische, aquatische, mariene en kust-ecosystemen, en tevens inventarisaties opgesteld, met deelname van de lokale en inheemse bevolking en hun gemeenschappen;
(d)De mogelijke economische en sociale gevolgen en voordelen bepalen en evalueren van het behoud en duurzaam gebruik van terrestrische en aquatische soorten in elk land, voortbouwend op de resultaten van landenstudies;
(e)De gegevens die afkomstig zijn van de hierboven beschreven activiteiten op het gebied van inventarisatie, steekproeven en evaluatie bijwerken, analyseren en interpreteren;
(f)Relevante informatie verzamelen, evalueren en tijdig beschikbaar stellen, in een vorm die geschikt is voor de besluitvorming op alle niveaus, met volledige ondersteuning en deelname door lokale en inheemse volkeren en hun gemeenschappen;
(c) Internationale en regionale samenwerking en coördinatie
15.7.Van regeringen op het in aanmerking komende niveau wordt verwacht dat zij, met medewerking van de relevante organen van de Verenigde Naties en, indien van toepassing, van intergouvernementele organisaties, en met ondersteuning van inheemse volkeren en hun gemeenschappen, niet-gouvernementele organisaties en andere groepen, inclusief het bedrijfsleven en de wetenschappelijke wereld, en in overeenstemming met internationale wetgeving, indien van toepassing:
(a)De vorming of versterking overwegen van nationale of internationale voorzieningen en netwerken voor de uitwisseling van gegevens en informatie die van belang zijn voor het behoud van biologische diversiteit en de duurzame exploitatie van biologische en genetische bronnen;
(b)Regelmatig bijgewerkte rapporten doen uitbrengen over de toestand in de wereld op het gebied van biologische diversiteit, gebaseerd op nationaal onderzoek in alle landen;
(c)De technische en wetenschappelijke samenwerking bevorderen op het gebied van behoud van biologische diversiteit en de duurzame exploitatie van biologische en genetische bronnen. Speciale aandacht dient te worden geschonken aan de ontwikkeling en versterking van nationale mogelijkheden door middel van ontwikkeling van het menselijk potentieel en versterking van institutionele voorzieningen, met inbegrip van de overdracht van technologie en/of de ontwikkeling van voorzieningen voor onderzoek en beheer, zoals herbaria, musea, genenbanken, en laboratoria die zich bezighouden met het behoud van biodiversiteit;
(d)Wat betreft dit hoofdstuk, en onverminderd de relevante bepalingen van het Verdrag inzake biologische diversiteit, de overdracht vergemakkelijken van technologieën die van belang zijn voor het behoud van biologische diversiteit en het duurzame gebruik van genetische bronnen of van technologieën die gebruik maken van genetische bronnen en die geen schade van betekenis toebrengen aan het milieu, in overeenstemming met Hoofdstuk 34, en met inachtneming van het feit dat technologie ook biotechnologie omvat ;
(e)De samenwerking bevorderen tussen de partijen die deelnemen in relevante internationale verdragen en actieplannen die als doel hebben de inspanningen voor het behoud van biologische diversiteit en voor de duurzame exploitatie van biologische hulpbronnen te versterken en te coördineren;
(f)Internationale en regionale instrumenten, programma's en actieplannen die betrekking hebben op het behoud van biologische diversiteit en de duurzame exploitatie van genetische bronnen, versterkt ondersteunen;
(g)Een betere internationale coördinatie bevorderen van maatregelen ten behoeve van effectief behoud en beheer van bedreigde/niet-schadelijke migrerendesoorten, waarbij inbegrepen voldoende ondersteuning voor de vorming en het beheer van beschermde gebieden die nationale grenzen overschrijden;
(h)Nationale inspanningen bevorderen op het gebied van onderzoek, verzameling van gegevens, het nemen van steekproeven en evaluatie, en het onderhoud van genenbanken.
Middelen ter implementatie
(a) Financiering en kostenraming
15.8.Het secretariaat van de Conferentie schat dat voor de implementatie van de activiteiten van dit hoofdstuk per jaar (1993-2000) een gemiddeld bedrag van circa $3,5 miljard nodig zou zijn, waarvan circa $1,75 miljard ter beschikking zou moeten worden gesteld door de internationale gemeenschap in de vorm van schenkingen of concessionele middelen. Deze ramingen zijn slechts indicaties voor de orde van grootte van de kosten, en zijn nog niet door de regeringen beoordeeld. De werkelijke kosten en financieringsvoorwaarden zullen, ook wanneer deze eventueel niet de vorm van zachte leningen aannemen, onder andere afhankelijk zijn van de specifieke strategieën en programma's die de regeringen zullen gaan implementeren.
(b) Wetenschappelijke en technologische middelen
15.9.Tot de specifieke aspecten die aan de orde moeten komen, behoort de noodzaak tot ontwikkeling van:
(a)Efficiënte methodologieën om de huidige toestand met betrekking tot biologische hulpbronnen in kaart te brengen en te inventariseren, alsmede op systematische wijze biologische hulpbronnen te bemonsteren en te evalueren;
(b)Methoden en technologieën voor het behoud van biologische diversiteit en de duurzame exploitatie van biologische hulpbronnen;
(c)Betere en meer gediversifieerde methoden voor conserveringex situ met het oog op behoud voor de lange termijn van genetisch materiaal dat van belang is voor onderzoek en ontwikkeling.
(c) Vorming
15.10.Voor zover van toepassing is er behoefte aan:
(a)Het uitbreiden van het aantal en/of het efficiënter inzetten van goed opgeleide mensen op die terreinen van wetenschap en technologie die van belang zijn voor het behoud van biologische diversiteit en de duurzame exploitatie van biologische hulpbronnen;
(b)Het in stand houden of opzetten van programma's voor wetenschappelijke en technische opleiding en vorming van leidinggevenden, in het bijzonder in ontwikkelingslanden, op het gebied van het in kaart brengen en het behoud van biologische diversiteit en de duurzame exploitatie van biologische hulpbronnen;
(c)Het bevorderen en aanmoedigen van inzicht in het belang van de maatregelen die vereist zijn voor het behoud van biologische diversiteit en de duurzame exploitatie van biologische hulpbronnen, op alle niveaus van beleidsvorming en besluitvorming binnen regeringen, zakelijke ondernemingen en kredietverlenende instellingen, en het bevorderen en aanmoedigen van het opnemen van deze onderwerpen in educatieve programma's.
(d) Vergroting van capaciteit
15.11.Voor zover van toepassing is er behoefte aan:
(a)Het versterken van bestaande, en/of het oprichten van nieuwe instellingen die verantwoordelijk zijn voor het behoud van biologische diversiteit en het eventueel ontwikkelen van voorzieningen zoals nationale instituten of centra voor biologische diversiteit;
(b)Het voortgaan met de vergroting van capaciteit ten behoeve van het behoud van biologische diversiteit en de duurzame exploitatie van biologische hulpbronnen in alle in aanmerking komende sectoren;
(c)Het opbouwen van capaciteit, met name binnen regeringen, zakelijke ondernemingen en bilaterale en multilaterale ontwikkelingsorganisaties, voor het integreren van belangen op het gebied van biodiversiteit, mogelijke baten en calculaties van alternatieve kosten in de opzet van projecten en in processen voor de implementatie en evaluatie ervan, alsmede om het effect van ingediende ontwikkelingsprojecten op de biologische diversiteit te kunnen evalueren;
(d)Het uitbreiden, op het in aanmerking komende niveau, van de capaciteit van regerings- en particuliere instellingen die verantwoordelijk zijn voor de planning en het beheer van beschermde gebieden, voor het implementeren vanintersectorale coördinatie en planning, in samenwerking met andere regeringsinstellingen, niet-gouvernementele organisaties en, voor zover van toepassing, met inheemse volkeren en hun gemeenschappen.